Ik passeer daar sowieso regelmatig. Rouwcentrum 'Het Nieuw Begin' is op de hoek van de Martelaerenlaan met de Steenweg op Vloethem.
Als ik richting Alfreds frituur trek, dan sla ik daar rechtsaf. Moet ik naar de cursus Nederlands, dan is het gewoon rechtdoor en kom je vanzelf aan dat kleine gesticht met zijn dubbele medeklinkers en summiere herinneringen aan naamvallen zoals die in degelijke talen gebruikt worden.
Het is belangrijk dat we samen de tekst doornemen.
Begrafenisondernemer Meneer Meeganck ziet graag doodzantjes zonder taalfouten. Met die opdracht ben ik hier: de opmaak van zo’n kaartje, met meestal op de voorkant een foto van de overledene.
Op de achterzijde boven in het midden een kruisje. Daaronder de naam van de dode. Nog wat lager een opsomming van noemenswaardige lidmaatschappen van verenigingen. Dan worden nog de geboorte- en sterfdatum vermeld, ook de plaats van die geboorte, de plek van heengaan, alsook de plaats en het tijdstip van de eredienst.
Doorgaans wordt dat afgesloten met een gedicht als er nog plaats overblijft. Desnoods iets van Toon Hermans. Een flard uit het Testament kiest men niet zo vaak meer.
Namen van echtgenotes, minnaresen en kinderen worden op zo'n doodsprentje van een vader doorgaans niet vermeld. Nu goed, gelukkig heeft hij niet veel kinderen verwerkt, zou hier een randopmerking kunnen zijn.
Laten we misschien toch iets korts daaronder zetten, zegt Meneer Meeganck. Heeft U een voorkeur?
"Ja, zet maar: Ouders zijn in de eerste plaats wezens die trauma’s veroorzaken en daarvoor nooit gestrafd worden."
Is dat niet te algemeen? Ouders in het meervoud?
Dat vraagt hij, terwijl zijn stem me zalft met gelatenheid.
"Neen. Zo is het perfect. Meestal is de ene dader en de ander pleegt schuldig verzuim."
Oké dan, en heeft U een fotootje meegebracht?
"Het memorykaartje is helaas een implantaat dat zich niet in verbinding kan stellen met externe toestellen."
Dat zeg ik natuurlijk niet en schudt gewoon ontkennend het hoofd.
Dan zet ik daar gewoon een boom zonder bladeren.
"Uitstekend! Doe maar een pijnboom. Die pitten zijn trouwens niet zo goedkoop. Dat voegt op die manier wat waarde toe aan het geheel."
Opnieuw een zin die ik niet uitspreek ik knik gewoon om in te stemmen.
Dat ging dus best vlot. De buitenlucht wordt snel weer ook van mij. De plaats, de datum van die eredienst vergeet ik al na enkel stappen en een trein raast voorbij. Links van me gebeurt dat, bovenop een berm.
Opschrijven zal ik ze straks wel, die enkele zinnetjes. In Alfreds frietkot hangt sinds kort een ideeënbus. Het doel ervan is duister, want aan het concept van zijn etablissement moet en zal niets veranderd worden.
Het menu is er rustgevend goed en ik houd gewoon van de onschuld die daar leeft. De augurken in hun pot verdragen het zuur door de toevoeging van wat suiker bij het inleggen en de stoverijsaus is donker genoeg.
uit de reeks 'Alfred frietkabouter'