op het noordperron
is er een moord gepleegd
hij stond nog maar
met één teen op de grond
en het was prijs
die ijsvogel uit zomergem
hij doet dat anders nooit
uitstappen zonder geluk
toch zeker niet zomaar
op donderdag
de hemel brulde niet
meneer de conducteur
heeft mooi verslag gedaan
het proper opgeschreven
in zijn almanak
het gaat soms bijster snel
de trein met rampspoed
kwam warempel aan
er is dat spoor dertien
voor iedereen
nu ligt het opnieuw stil
een onderzoek geschiedt
men vraagt wie er weer schoot
met een pistool geweer
of klakkebus
neen echt niemand niets
hij viel gewoon omver
alsof hij nooit gelopen had
zijn poten waren stroef
banale roest
neen echt niemand niets
we willen nu wel door
neem de vervangbus maar
die staat al jaren klaar
wordt er gezegd
of daar is een wagon
waarin je slapen mag
hij staat daar al zo lang
heeft alles reeds vervoerd
geloof me vrij
het was ofwel de scouts
drie joden zelfs een koppeltje
met helderblauwe ogen
het heeft erin gepaard
hoe mooi is dat
het is weer niet normaal
vandaag mag alles weer
ze zijn daarnet gestopt
te tielt die vlinders
van weleer
ze zaten in hun playmobil
ze hielden van elkaar
gelijk twee rode kersen
aan een dapper trosje
nu niet meer
je stopt ook niet zomaar
te midden elke overweg
om nog een zoen te geven
samen eens te proeven
van de dood
het eindstation dat is
nu ingericht voor hen
er hangt wat stoom
een vleugje brave mist
mag ook
mijn koffie drink ik liefst
met heel veel suiker
schommel wieg mij
vraag ik aan de bank
die mij niet kent
gezeten naast een rail
kleurloos recht de regenboog
hier in dit hoofd
hij vraagt hoe ik zo
overleven kan
ik voel het al gebeuren
er opnieuw wordt getrokken
aan een sliert containers
richting binnenland
waar alles roept
men wil dat fraaie spul
verpakt in zachte folie
onderin dit blij bedrukt
karton zit alle hoop
op beterschap
het komt altijd wel aan
meestal domweg besteld
soms als verrassing
zelf heb ik geen pit
op overschot
ik kan alleen maar denken
aan die jonge legotrein
toen ik nog zuiver was
dat witte blokje zocht
het boekje las
de metro wordt bekeken
op een trein achter dof glas
het doodt bij mij geen tijd
enkel de geest het is
genoeg geweest
ik plooi vandaag
die zo vervelende gazet
tot vliegtuig voor mezelf
ik wil gewoon dit spoor
niet langer volgen
stop de tijd
ze liggen daar kijk goed
twee lijken arm in arm
schoon naast hun playmobil
het volk staat rondom het
spektalstuk
toch wil niet alles dood
de ijsvogel hij leeft
straks in het noordperron
stap ik gewoon weer
uit de trein
ik vraag dan heel beleefd
aan een verlegen automaat
of hij een drankje heeft
waarmee ik dit gedoe hier
tarten kan
hier is jouw flesje zeewater
zo lacht het ding mij toe
het zout dat heb ik opgespaard
het is voor haar je tong
neem van me aan dat al
hetgeen te zoet smaakt
daarmee rustig
sterven zal
uit de reeks 'Reizen met Ricky'