‘Dat is normaal voor een 83-jarige’, klinkt het in haar hoofd. Ze probeert kalm te blijven terwijl ze de trap op schuifelt. Voet voor voet. Langzaam en onzeker, de hoopjes stof en verloren haren voor zich uit schuivend. Dat kalm blijven heeft ze moeten leren. Dat lukte eerst niet, maar het moest. Kalm blijven en blijven gaan. Niet denken aan morgen maar ademen, middenrif op en neer, hier en nu, met alle beetjes kracht die ze uit haar pompende hartkamers krijgt.
Straks in bed met het lijf dat ze niet meer herkent, zal ze nog maar eens denken aan vroeger. Hoe ze tot een stuk in de dag kon dansen met een stuk in haar voeten. Voeten die nooit protesteerden, tenzij ze te nauwe nieuwe schoenen droeg. Voeten die haar door de laars van Italië hadden gedragen, met een rugzak tot boven haar hoofd en een kop vol plannen. Plannen die ze smeedde terwijl ze duizend-en-een andere dingen deed: blauwe regen planten, tegen de wind in naar de markt fietsen, vanillepudding maken met een velletje vanboven. Dat lukte toen allemaal zonder zeurende heupen of verzuurde spieren. Zonder vingerkootjes die aanvoelen alsof ze elk moment kunnen knappen. Dat waren tijden.
Wat zou ze graag nog eens een Jane Fondaatje doen. Een low impact total body sculpting workout. Die hoofdband en dat synthetische stringding zou ze er wel bijpakken. En New York zou ze ook nog willen zien. Met de fiets door Central Park, met een air over de Brooklyn Bridge en dan uitblazen met een bagel met roomkaas en zalm en zicht op Manhattan. Zadelpijn? Mug in oog? Die details zouden er niet toe doen. Alles. Werkelijk alles heeft ze ervoor over om nog eens haar oorspronkelijke lijf te voelen en te bewegen, zonder kwalijke gevolgen.
Mevrouw laat niet in haar kaarten kijken. Wie de mens niet door en door kent, merkt niets van het geschuifel. Ik wel. Ik zie de schim in haar ogen, vakkundig verstopt tussen de lachrimpels. Ik zie hoe ze op haar tanden bijt en blijft gaan, voor ego en klein Pierke. Ze gooit kleuters van 15 kilo in de lucht en lacht. Ze doet de afwas, leegt de vaatwas en brengt dingen naar de droogkuis. Ze werkt zich van 9 tot 6 het normale leven binnen op haar eigenwijze manier. Blijven zitten is geen optie. Niet in haar huis, niet in haar lijf, niet in haar leven.
Specialisten spreken van stilstaan en aanvaarden. Daar wordt ze stil van, want eigenlijk aanvaardt ze alleen vooruitgang. Blijven schuifelen, blijven ademen, blijven zoeken tot ze vindt dat het genoeg is geweest. Ik kan haar geen ongelijk geven. Elke extra stap is er één die ze zelf zet. Met wallen, en toch opstaan. Dus als ik haar zie springen spring ik mee, maar niet te hoog en niet te lang. Als ze wil moonwalken stuntel ik mee, maar niet te zot en niet te zat. Als ze zich weer eens verliest in een enthousiast verhaal geef ik haar de tijd om te gillen, maar ook om op adem te komen. Want haar goesting is groter dan haar batterij. Dat is normaal voor een 83-jarige. Alleen jammer dat zij pas 40 is.