Gedicht waarop ik me baseerde: Wolkenkoekoeksoord, In Nephelokkugio, van Peter Holvoet-Hanssen (uit gedichtenbundel Santander, Ontboezemingen in het vossenvel, p. 20-19, eerste strofe)
I Kosovoska trekt de wolken open, spreekt mij toe
Je laat je vallen, witte duivel van de koord
diep in de put, dan goed de kussens opgeschud
Vrouw Holle wenkt - verwacht geen pluim, ga door de poort
Mijn antwoord:
en zeg: Wolkenkoekoeksoord, hier ben ik dan
duivel van zuiverste kleur
ik liet me vallen in jouw oord
overlaad me met kussens en wenk me dan
geen pluim kan me verslaan
zie de duivel en mijn koord
houd je eraan vast, Vrouw Holle
en wees nimmer nog bedroefd
ik, duivel van koord trek wolken open
hap toe, maar wees best ras!
Witte duivel van de koord schraapte de keel
ras, bedroefd, niet ik begrijp, en waarom die hap?
Wolkenkoekoeksoord biedt me geen brood
en honger heb ik best
mag ik even wachten?
Kosovoska werd erg stil
Vrouw Holle blijft het probleem
niet de duivel in haar ken je
beter trek je je gordijnen dicht en verdwijn
en trek er straks je wolken open
Witte duivel van de koord keek nog even naar de put
en klopte zijn laarzen droog
soms, in luisteren ligt een vreemde les
maar niet elk oord ligt op mijn koord
mijn dank, Kosovoska
@linde20231120
#novembervers2023#dag20