Ook hier valt de avond. Met een heidelucifer maak ik het licht dat nodig is. De pad spurt naar de zijkant van de weg. Ik ben in aantocht. De blonde streep op zijn rug is het equivalent van mijn vlecht. Het geblaf van een ree versterkt de alarmroep van een merel. En toch zit het gevaar enkel in mijn schoenzolen. De kievit en de wulp kijk ik dichterbij. Iets in mij wil de nachtzwaluw zien baltsen maar hij geeuwt met rekbare kaken.
Misschien is de oehoe ons geroezemoes moe of wil hij naar bed.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.