Orfeus fietst voor me uit met ritmische benen
Ochtendverkeerdelijk uit bed gestapt
Trapt door het rood roept links
Ik kader de spits in met duim en wijsvinger
Wij hebben de gewoonte om de dingen heen te draaien
Rotondes worden zwarte gaten
Ik ben vaak bang om achtergelaten te worden
Orfeus kijkt niet achterom
’s Nachts horen we elkaars tandwielen
Bijten in elkaars hals: bloed en ijzer
Dit is onze ritmische robotroutine
Ijzerdraadaders, de geur van kerosine
Wij hebben de gewoonte over elkaar heen te praten
Rotondes worden zwarte gaten
Het fietspad ligt vol scheuren, mijn knie open, ik op de grond
Orfeus, kijk niet achterom