oen ik hier op Tenerife uit een Spaans wit huisje enkele flarden van een stuk van Tchaikovsky hoorde, moest ik onmiddellijk terugdenken aan mijn pa.
Mijn vader hield van klassiek. Hij was een hardwerkende socialistische atheïstische plaatslager. Een ganse dag blutste hij onder voordurend gebonk gedeukte auto’s uit. Maar als hij ’s avonds thuis kwam, kon hij al zijn lawaaistress wegwerken met klassieke muziek. Van het moment dat de naald op de plaat neerdaalde, transformeerde hij in een armenzwiepende dirigent. Zijn lievelingsplaat was de Ouverture 1812 van Tchaikovsky. Een muzikale veldslag tussen Rusland en Frankrijk en die de uiteindelijke Russische overwinning op het leger van Napoleon vertelde. Telkens het meest opzwepende stuk zou beginnen riep hij: “Luister, luister, nu spelen ze de Marseillaise samen met Russische Volkslied en hoor je ze, hoor je de kanonnen?” Telkens opnieuw, elke keer dat de elpee op de platendraaier gelegd werd, kwam de vraag: “Hoor je de kanonnen?” Minstens één keer per week schalde de ouverture door de woonkamer. Tot ik, toen een 15 jarige tiener, op een dag gehaast de living in kwam hollen en mij wildenthousiast in de sofa liet neerploffen. Ik had niet gemerkt dat de platenhoes inclusief de Ouvertureplaat op de zetel lag, klaar om op platendraaier gelegd te worden. Krak, de ene helft van de elpee noemde nu 18, terwijl de andere helft 12 heette. Krak, en samen met de plaat dacht ik dat ik het hart van mijn vader hoorde breken. Zijn lievelingsplaat in stukken uit elkaar. Ik voelde me zo schuldig dat ik wel drie dagen aan een stuk huilde en snufte. Van mijn zondag heb ik toen onmiddellijk een nieuwe uitgave van Tchaikovsky’s 1812 gekocht, maar het was niet meer hetzelfde. Mijn vader lachte mijn schuldgevoel weg en draaide vanaf dan de elpees van Im Weissen Rössl am Wolfgangsee, Het land van de glimlach, Doris Day en Nat King Cole grijs. Maar zelfs nadat mijn pa de revolutie van vinylplaten naar de eerste rechtopstaande bandopnemer met van die megagrote spoelen naar de kleine cassetterecordertjes had meegemaakt en hij voor zichzelf uitgemaakt had, dat zijn lievelingsliedje nu ‘Non rien de rien, van Edith Piaf’ was, bleef ik, waar ik ook in Europa was, in allerlei platenwinkels naar die unieke uitvoering van de Ouverture van 1812 zoeken. Op rommelmarkten in Amsterdam, in Londense muziekwinkels, in Franse supermarkten, zelfs op Spaanse tweedehands toestanden zocht ik tussen het toen slinkende vinylaanbod. Na een tijdje was hij in het bezit van 4 elpees, met 4 verschillende orkesten en 4 verschillende dirigenten, maar de kanonnen zwegen. Er was geen kanon meer te horen. En nu ik dit stukje neerschrijf en via het internet op onderzoek uitga, nu vind ik verdorie die lang gezochte uitvoering! Voor diegenen die het willen beluisteren. Dubbelklik op onderstaande youtube site, luister en denk daarbij aan een 40 jarige man, die als een hartstochtelijke dirigent te keer ging en het verhaal telkens weer vol overgave aan zijn dochter vertelde. En ergens onderweg, als je heel goed oplet, hoor je Pierre roepen: “Nu begint de veldslag, de kanonnen, hoor je de kanonnen!”
Mijn pa stierf in 1988, nu zo’n 30 jaar geleden, amper 64 jaar. Ik mis hem nog steeds.
Sim, 24.1.2018 Costa del Silencio Tenerife.