Voor wie begrijpen wil,
Het lijkt me echt verschrikkelijk... met me samen zijn. Als stel bedoel ik dan. Misschien ook wel als gewone kennis of vriendin...
Het lijkt me vreselijk om met me samen te zijn: iemand die niet kan praten, dichtklapt wanneer terechte beschuldigende, bekritiserende woorden mijn kant op sprinten. Woorden die ieder afzonderlijk drie keer zo luid in mijn hoofd schreeuwen, door elkaar. En sommige woorden zoals "ALTIJD" krijgen altijd de bovenhand. Ze domineren de resumé van de monoloog waarop reageren - voor mij - onmogelijk is.
Want ik kom niet zo snel tot een reactie. Tijdens het vuren van die woorden ben ik in overleg met mezelf en word ik opdringerig onderbroken door die brandende vuurpijlen. Ik kan niets anders dan mijn ogen sluiten, accepteren wat op me af komt in de hoop dat misschien één vuurpijl me mist.
Maar die anderen hebben me al geraakt. Wegwandelen zonder schrammetje is geen optie meer. Grote ogen vol onbegrip voel ik op me gericht en het enige wat ik wil is de tijd terugdraaien. "Hé is prima joh, niets aan de hand.", en dus doen of de neus bloedt. Wegstoppen in dat plekje ver weg met die andere woordenbommen. Ja, ook deze kan er nog wel bij. Niks aan de hand man (en kop in het zand).
Ja, het moet echt ellendig zijn om met mij samen te leven in 'n huis waarin kennelijk door mij verwacht wordt dat er op de tippen van de tenen gelopen wordt. En waarbij het klaarblijkelijk zo is dat ik de mening van de ander niet accepteer en ze wegwuif als achterlijk, absurd en bezopen... omdat het me zo beter zou uitkomen.
Dat herkenbare, terugkerende patroon door de jaren heen wordt steeds vatbaarder voor een intens beschaamd gevoel. Si, correct, GENAU... het moet echt gruwelijk zijn om samen met me doorheen de dagen te wandelen. Ik, die oog heeft voor de abstracte dingen en daar dan over gaat malen en tobben. Over een stemming of een sfeer, en dan het overweldigende gevoel aan prikkels die al mijn aandacht opeisen alsof ik geen keuze heb.
Die toffe mensen die voor m'n neus iets doormaken... die worden als niet-relevant gecategoriseerd in mijn brein, zo blijkt. Lees: wegwuiven en geen aandacht geven. "Ah, het is onbewust, dan is het niet erg.", werd mij wel eens gezegd. Gevolgd door een geforceerde begripvolle knik.
Weet je wat ik wil? Ik wil zeggen hoe het met me gaat gaat, schreeuwen wat er door me heen gaat. Prikkels loslaten, helicopteren boven de situatie om er dan een mooie mind-map-analyse van te maken. Ik wil de tijd stopzetten, de handdoek in de ring gooien. De witte vlag wapperen en een time-out vragen aan de arbiter. Of een wissel van de verdediging... want de huidige is moe.
Je kent mij, toch? Het enige - laffe - waartoe ik in staat ben is jou in mijn armen sluiten en vergeten wat te vergeten is. Achter me laten wat voorbij is, want dat is een fluitje van een cent, kinderspel en zo gepiept.
Laat me niet los, als het u belieft.
Ik.
ps: die foto? Die nam ik ooit eens in één van de verlaten straten van Vieux Nice. Deze foto achter een bestoft etalageraam. Zo'n foto waarvan je weet dat de fotograaf er meer bij bedoelde dan wat de foto eerst laat zien. Die foto vond ik hier wel bij passen.