Wanneer bedenk je ineens; ik word een Pokémonjager? Is dit een besef dat al een aantal dagen in je bovenkamer suddert, of plopt zo’n idee spontaan bij je binnen. En wanneer gebeurt zo’n openbaring dan? Lig je met je luie krent al meer dan enkele vakantieweken al zappend voor de televisie of verveel je jezelf zodanig te pletter voor je tablet alvorens je echt actie onderneemt? Word je door je ouders om de vijf minuten aangemaand om toch iets te gaan doen en je luie lijf uit je bed te hijsen of zie je zelfstandig het licht in de duisternis?
Als je in een opwelling van ondernemingslust dan werkelijk tot inkeer komt en je snel uitdijende vakantiekont uit de sofa opricht, gaat er dan plots een lichtje branden met de tekst; Pokémon, Pokémon??
Hoe begin je er dan aan? Zachtjes, solojacht, helemaal alleen, of lijkt zo’n tandem duojacht je interessanter? Slenter je liever als een jagende Gaston en Leo, met zijn tweetjes door de straten? Of sluit je jezelf liever ineens aan bij het Pokémon- debielenclubje om met zijn duizenden tegelijk op jacht te gaan? Vind je jezelf ook niet ongewoon dwaas, als je jezelf in de winkelruiten weerspiegelt ziet? Zo’n opgeschoten tiener met een half neergeknakte hals en een tot een tenniselleboog geforceerde arm met daarin aan het einde een schermpje dat ergens ten velde virtuele cartoondiertjes signaleert. Zo’n fictieve figuurtjes, die jij, en met jou duizenden anderen, moet zien te vangen. Houden de winkeliers die de Pokémon-rage in hun straat bestelden er geen kater aan over? Een populatie van ongeveer drieduizend man, die door hun straat zwalpten, het verkeer volledig blokkeerden, terwijl ze alleen oog hadden voor hun smartphone, de virtuele fictieve wezentjes en zelfs geen blik in de winkeletalages wierpen? Je moet maar als grootouder juist die ene dag uitgekozen hebben om, tijdens de vakantie, met je kleinkinderen naar de Antwerpse dierentuin te gaan, terwijl er plots zo’n 15.000 tekenfilmfiguurjagers te horen kregen dat er Pokémons in de Zoo gesignaleerd waren…
Hoe lang gaat het nog duren alvorens personen met slechte bedoelingen een groep jeugd naar één welbepaalde plaats gaan lokken en hun dan met een hele speciale en exceptionele Pokémon- boem gaan verwelkomen? Een hele nieuwe generatie met artritisnekken en reumaduimen.. Wat een kleutertuinhype! Ach, er zijn al meer rages over ons heen gekomen die wij als zoete koek geslikt hebben..eens worden wij allemaal waarschijnlijk wel ooit volwassen zeker! Of niet?
Het leven op onze aarde hangt aan elkaar met een hoop traditie en hypes.
Een hoop hypes komen vanuit Amerika onze kant uitwaaien. Halloween is ook zo’n ‘transocean’- debielenfeestje, waarbij we met zijn allen als lugubere gekken, verkleed in skeletten, monsters of satanische moordenaars met uitgeholde pompoenkoppen bij elkaar op de stoep belletje- trek gaan doen en om snoep gaan bedelen. En wat dacht U van de ondertussen ingeburgerde traditie, om ondanks de fors uit de pan rijzende elektriciteitsprijzen, tijdens de kerstperiode onze voortuinen en gevels overmatig lichtgevend te versieren. Sinds we al jaren, in de aanloop van het kerstgebeuren, met suikerzoete Amerikaanse happy end versies van White Christmas- films overspoeld worden, hebben wij nu ook in België verschillende malloten die hun gans huis met hevig gekleurde flikkerlichtjes, glinsterende blauwe kerstsleeën, fonkelende groene en roze kerstbomen en schitterende Kerstmannen optuigen. Vanuit een ruimtecapsule kan men het energieverslindende straatje probleemloos in de donkere nacht zien oplichten.
De volgende traditie zou ik eender onder de noemer carnavalsgekte willen catalogeren. De Nederlandse oranjegekte. Wie hiermee begonnen is mag Joost weten, maar blijkbaar weet Joost dus ook niet alles. Bij alle mogelijke traditionele optochten, zoals de circusvertoning op Koning(inne)dag , tooit heel Nederland zich eensgezind in oranje. Heel der straten worden oranje geverfd en sinaasappelkleurige idioten zwaaien zichzelf een tenniselleboog als de Koninklijke poppenkast in een gouden koets voorbij komt rijden. Erger wordt nog de oranjegekte bij voetbalwedstrijden. Hier tooien ze zich met kaasbolhoeden, façon Beatrix, allerhande petten met Hollandse molentjes en hup, Holland hup bustehouders. De oranjemeute gaat, met de Hollandse driekleur op het aangezicht geschilderd, op het oorlogspad. Ze drinken zich het apelazarus, slopen vervolgens na de voetbalnederlaag, bloeddorstig, hele stadscentrums en laten een oranje vernielspoor achter zich.
Mogelijk krijgt dit soort tradities stilaan ook voet aan wal in België, want toen de Rode Duivels weer als ‘de Belgische super glue’ opgevoerd werden, scandeerden, riepen, vochten en zopen, een heleboel als duiveltjes verklede en met de Belgische driekleur vol gekliederde Vlamingen en Walen, zich gebroederlijk onder tafel. Met driekleurige mutsen over hun buitenspiegels en wapperende Belgische vlaggentjes reden de supportersauto’s luid toeterend rond. Mannen dronken bier uit blikjes waarop de duiveltjes afgebeeld stonden, want mannen weten waarom. Kinderen verzamelden Rode Duivelsstickers en lazen meer in hun plakboeken dan in hun examenleerstof. We waren weer één voor allen en allen voor één België en morgen wordt er weer door het zelfde volk over de splitsing gediscussieerd.
Ach elke rage loopt soms de spuigaten uit. Over de Franse autostrades staan er nu reeds borden met de vermelding: Rij veilig, hier vindt men geen Pokémons!
En vandaag staat er in de krant dat de politie de Pokémon Go jagers, die zich niet aan de verkeersregels houden, gaat beboeten. Pokémon wordt dan Pakkeman!