Het leven op onze aarde hangt aan elkaar met een hoop tradities. Zo komen wij, in onze westerse wereld nog maar net op de wereld of we krijgen al, als baby, een geut doopwater over onze hersens. Sommige kinderen worden via de communie de volwassen, religieuze wereld binnengehaald. Wij trekken onze maagdelijk witte slepen bij huwelijken de kerk in en laten ons door een menigte huilende mensen op het einde van ons leven soms de kerk uitdragen, zonder dat wij of de rouwende familie ooit eender, dan bij vorige beschreven gebeurtenissen, ook maar in een God geloofd en één stap in de kerk gezet hebben. Maar het is en blijft voor sommigen nog steeds traditie. Uit al deze religieuze toestanden heeft men wel een paar traditionele familiefeesten overgehouden. Moesten die er niet zijn, dan liet de familiestamboom prompt zijn bladeren vallen en vielen de meeste gezinsfeestjes zonder pardon in het water. Met Pasen eten we ons massaal een ei- en chocolade-infarct. Met Kerstmis, om de zo gezegde geboortedatum van Jezus te vieren, slachten wij massaal kalkoenen, drinken we ons een delirium tremens en vreten we ons een cholesterolverstopping. Met Driekoningen kan je de tanden stukbijten op de verstopte boon in de taart. Op het Suikerfeest proppen sommigen zich tot een diabetesaanval vol baklava en tijdens het Offerfeest drijft het vet op de schapenstoofpotjes de indigestiestatistieken de hoogte in. De Joodse gemeenschap viert dan weer in december Chanoeka (lichtfeest) met aardappelkoeken en latkes. Met Verloren Maandag, ‘verliest’ de Antwerpse bevolking zich in worstenbrood en appelbollen. Met oudejaarsavond schrokt men in België kreeft en kaviaar, kiept men flessen champagne binnen, alsof het allemaal gratis is, en zijn er in het zuinigere Nederland oliebollen. Dit alles met of zonder vuurwerk.
Veel tradities gaan van generatie op generatie over. Zo heb je het gansrijden in sommige Vlaamse polderdorpen. Vroeger werd een levende gans met olie besmeerd, ondersteboven aan een paal opgehangen. De mannen reden er te paard onderdoor en moesten er, in één keer, de kop van de gans kunnen aftrekken. Misschien heette die gans wel ‘Jut’ en komt daar de uitdrukking; ‘ De kop van jut zijn’ wel van? De traditie bestaat nog steeds, maar gelukkig werd de levende gans door een namaak exemplaar vervangen. In Vlaanderen had men blijkbaar toen er tijd een middel gevonden om het dierenasielaanbod behoorlijk te verminderen door het afmaken van levende beesten. Vroeger dronk men in Geraardsbergen levende visjes en smeet men in Ieper spartelende katten van de belforttoren. Goddank heeft men ook deze vervangen door pluche speelgoedpoezen en heeft Gaia het aquariumborreltje kunnen verbieden.
Eén april is ook zo’n aloude traditie. Overal ter wereld tracht men op die dag iemand te foppen. De één april fopdag is ontstaan, omdat juist op deze dag een visser de zogezegd grootste vis in de geschiedenis met een simpele hengel bovengehaald had. Daar komt dus ook de benaming aprilvis van…hahaha, neen hoor gefopt! De juiste verklaring van deze traditie is tot op heden nog steeds niet helemaal achterhaald, maar het is en blijft één van de leukste dagen van het jaar.
Een hoop nieuwe tradities komen echter vanuit Amerika onze kant uitwaaien. Zo hebben wij ondertussen een secretaressedag, waarop elke typemadame van haar baas een bloemetje verwacht. Oh wee als deze dag vergeten of overgeslagen wordt, want dan kan je het, als chef, de rest van het jaar wel schudden. Halloween is ook zo’n ‘transocean’- debielenfeestje, waarbij we met zijn allen als lugubere gekken, verkleed in skeletten, monsters of satanische moordenaars met uitgeholde pompoenkoppen bij elkaar op de stoep belletje- trek gaan doen en om snoep gaan bedelen. En wat dacht U van de ondertussen ingeburgerde traditie, om ondanks de fors uit de pan rijzende elektriciteitsprijzen, tijdens de kerstperiode onze voortuinen en gevels overmatig lichtgevend te versieren. Sinds we al jaren, in de aanloop van het kerstgebeuren, met suikerzoete Amerikaanse happy end versies van White Christmas- films overspoeld worden, hebben wij nu ook in België verschillende malloten die hun gans huis met hevig gekleurde flikkerlichtjes, glinsterende blauwe kerstsleeën, fonkelende groene en roze kerstbomen en schitterende Kerstmannen optuigen. Vanuit een ruimtecapsule kan men het energieverslindende straatje probleemloos in de donkere nacht zien oplichten.
De volgende traditie zou ik eender onder de noemer carnavalsgekte willen catalogeren. De Nederlandse oranjegekte. Wie hiermee begonnen is mag Joost weten, maar blijkbaar weet Joost dus ook niet alles. Bij alle mogelijke traditionele optochten, zoals de circusvertoning op Koning(inne)dag , tooit heel Nederland zich eensgezind in oranje. Heel der straten worden oranje geverfd en sinaasappelkleurige idioten zwaaien zichzelf een tenniselleboog als de Koninklijke poppenkast in een gouden koets voorbij komt rijden. Erger wordt nog de oranjegekte bij voetbalwedstrijden. Hier tooien ze zich met kaasbolhoeden, façon Beatrix, allerhande petten met Hollandse molentjes en hup, Holland hup bustehouders. De oranjemeute gaat, met de Hollandse driekleur op het aangezicht geschilderd, op het oorlogspad. Ze drinken zich het apelazarus, slopen vervolgens na de voetbalnederlaag, bloeddorstig, hele stadscentrums en laten een oranje vernielspoor achter zich. Mogelijk krijgt dit soort tradities stilaan ook voet aan wal in België, want toen de Rode Duivels weer als ‘de Belgische super glue’ opgevoerd werden, scandeerden, riepen, vochten en zopen, een heleboel als duiveltjes verklede en met de Belgische driekleur vol gekliederde Vlamingen en Walen, zich gebroederlijk onder tafel.
In Thailand heeft men de traditionele Long Neck vrouwen. Hier hangen de moeders nog steeds gouden ringen rond de hals van de meisjes, zodat hun schouders naar beneden gedrukt worden en hun hals langer lijkt, dit alles om de toeristen te plezieren en geld in het laatje te krijgen In Afrikaanse landen is de vrouwenbesnijdenis nog steeds een overleveringsritueel en in sommige grauwe en enge moslimlanden zijn een partijtje vrouwensteniging en homo’s ophangen nog steeds traditionele toppers.
In Spanje vinden we de jaarlijkse traditionele stierenloop. De stieren worden door een hoop haantjes opgejut en door de straten van Pamplona gejaagd. Deze dieren beleven hier misschien de stierenvechterwraak van hun leven. Soms worden er machojongens door de stieren vertrappeld en een overmoedige wordt somtijds op de horens de straat in gecatapulteerd. Een enkeling met toreadorallures krijgt een punt van de hoornen tussen zijn Spaanse klokkenspel en wordt onder luid applaus en Olé-Olé- gejuich van de menigte met de ambulance afgevoerd. Ik ben er zeker van dat deze, nu voortplantingsloze, corrida- man nog lang over deze traditie zal nadenken.
En dan is er nog de traditionele kleding. We moeten niet ver meer reizen om al die verschillende klederdrachten te zien. Bij ons in Antwerpen zie je ze allemaal rondwandelen. Je kan hier Duitsers met Lederhosen en het bekende pluimpje op de hoed, gearmd met de Trachtendirnd- vrouw zien rondstampen en tulbandmannen en prachtige Indische schonen, met in de wind opbollende pastelkleurige zijden sarongs, zien flaneren. Afrikaanse vrouwen met ingevlochten wolvlechtjes en vrolijke gekleurde kledingprints,die vrolijk tegen hun zwarte huid afsteken, slenteren kakelend en lachend door de straten. Op een straathoek staat een Peruviaan panfluit te spelen in een poncho in allerlei kleuren van de regenboog. In andere wijken zie je vooral sombere zwartglanzende Jodenkostuums, pruikendames en djellaba’s in allerlei soorten en maten, alleen het provocerende islamitisch hoofddoekje roept bij sommige Belgen en Nederlanders nog wat controversie op. Alleen toeristen met Schotse kilts, Vietnamese hoedjes, Mexicaanse sombrero’s en Nederlandse klompen zie je hier niet rond kuieren, maar we weten dat deze attributen in het land van herkomst nog vrolijk gedragen worden. Zo heeft iedereen zijn eigenheid, zijn tradities, geloof , bijgeloof en feesten.
Terwijl U dit leest, gaat het leven op aarde gewoon zijn gangetje. Er wordt nog steeds gedoopt, gevreeën, gehuwd, gescheiden, gevochten, gemoord en gestorven. Er wordt nog steeds traditioneel gekookt, gegeten, gefeest en gedanst.
Kunnen wij God, Jezus, Allah, Mohammed, Jahweh en al die andere aanbeden goden en de horrorsprookjes van de Bijbel, de Koran en de Thora niet eens, als proef, voor een jaartje of twee afschaffen? Eens kijken wat dit met de mensheid doet? Misschien vindt de wereldbevolking het leven zonder die vermanende geloofsdwang wel heel bevrijdend en fijn.
We schaffen alle religieus getinte tradities en etentjes af. Alleen voor 1 april, de stierenloop en het gansrijden willen wij nog een uitzondering maken. Ik probeer nog ‘traditiegetrouw’ elke week een verhaaltje te schrijven, gewoon om jullie te laten glimlachen en sommige te doen nadenken. Maar of ik het nu meen of niet, schrijf of niet, de wereld draait nog steeds om zijn as en alles bleef zoals het was.