We maken geschiedenis met opgestapelde feiten,
in cirkels gelegd op het rulle zand.
Zelfs de gevreesde zondvloed
kan het tij niet meer keren.
Toch kleurt de regenboog sprankeltjes hoop op Noah’s ark.
Was je handen in de naïeve zee
die nooit van ophouden weet,
al staat de onschuld
tot aan je blauwe lippen.
Een in onschuld gewassen hand
is immers gauw gevuld.
Ontken in alle toonaarden
tegen de fanfare in.
Zie de kringen van bewijzen verdwijnen
in het versplinterde segment,
in nieuwe golven telkens verschoond.
Neergesmeten historie,
heringericht aan het strand
waar alleen de schelpen
die glimmen,
hun kop boven de gemiddelde zichtlijn,
teder worden opgepakt.
Ik bewaar ze in mijn doosje.
Mijn naam is Pandora.