paradijslijk

21 mei 2016 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Moloch huilt nog steeds

als titaan

zijn onderdanen tanend

onder glimmend brons

glanzend

in vlammendans

draagt men zich over

aan Moloch

zoals die ooit huilde

in de straten

in de harten

in de stegen

opgestegen

uit rookpluimen

bedwelmd en beschonken

schenken zij

al wat aflaten

afhandig maakt

 

Moloch schreeuwt

als voorheen

ook voortaan

dient hij te worden gediend

in de schittering

van al wat schijn vertoont

hoe niet al wat glimt

en wij verder klimmen

klauteren

verbeten

en uit marmer gehouden

xanadu

in onze levenloze harten

het speelt ons parten

hoe wij dartelend

draven

raven

nachten gijzelen

onze tanden bloot staren

 

ze sleuren u over straten

uw lijf en leed

tot in uw ledematen gezonken

als afvallige

als afgevaardigde

van alledaagse sleur

van hot

naar haar

naar hem

naar het

naar hoe wij allen met onze tanden bloot

bloedend op de stoepstenen staan

met fakkels in de hand

heksenjacht op de verzopen kalveren

in gedempte dokken

waar de machiavel met schapenvel

zijn huid duur

zuur opgebroken

opengebroken

tandeloos

radeloos

en de longen uit de lucht schreeuwt

 

we huilen om elkaar

schreeuwen onze huiden vol

tot we geveld

van het eindeloos vervellen

neervallen

wonden likken

met opgeheven hoofd

de hemel kussen

ongenaakbaar

zijn wij de gebarsten goden

de halfhelden

met nachten in onze ogen

dauw op onze geslepen tanden

als de ochtend

onze ogen doet sluiten

wij als nachten vervagen

dagenlang

tergend

dragen wij onze lijven

tot de nacht

weer in ons ontwaakt

wij in lichterlaaie

de straten verlichten

 

huilend om elkaar

huiden vol geschreeuwd

geveld

van dit eindeloos vervagen

neergeslagen

gezouten wonden

met gebogen hoofd

sterven

ongenaakbaar

eindig zijn

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

21 mei 2016 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket