Peperbollen op de bodem

8 aug 2022 · 94 keer gelezen · 3 keer geliket

Ik heb mijn ziel kunnen voeden, gevoeld hoe het is om het povere dier nog eens te laten leven. Ik heb alles van zijn lijf gesleurd. De zorgen, onrust en de lust die doelloos door zijn nieren stroomt, die nooit gefilterd wordt omdat dit lichaam in het zijn berust.

Kus me nog een keer, zonder me aan te raken. Gewoon, met je stem, terwijl je een mosseltje proeft, terwijl je nog een slokje van mij neemt. Het mag leeg zijn. Het strand, de kustlijn, horizon met rode lichtjes om te kunnen voelen dat veraf ook warm kan zijn.

Wind, molens, peperbollen op de bodem van de pot en chot, eigenlijk wil ik niets en dat voelt goed dat er niets moet. Als de hondjes maar gestreeld worden, de horden ongenomen blijven door de loper in het zand. De horizon is ver voor onze benen.

Ik noem je maar gewoon ‘mijn schat’. Omdat je me maar schoppen moet. Als ik te veel palaver, wat ik toch niet kan, het zijn begot mijn vingers slechts. Ze strelen meestal oren van een dier dat zelden kriebels heeft, gewoon mijn hand verdraagt, omdat hij spreken kan. In stilte.

 

 

uit de reeks 'Kleinood'

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

8 aug 2022 · 94 keer gelezen · 3 keer geliket