kleine Pepijn is altijd al mijn vriend geweest
content, een vaste lach en nooit bedeesd
altijd de clown, present op ieder kinderfeest
Pepijn heeft grootse plannen en een roze bril
ik zie het aan zijn blik dat hij niet rusten zal
hij wil van alles zijn, een timmerman, een tovenaar
ja zelfs de kuisvrouw in het tranendal
kleine Pepijn droomt ook een held te zijn
in de Ardennen rijden op een everzwijn
door de rimboe tot in Timboektoe om dan
te slapen in de buidel van een kangoeroe
je hoort het al, Pepijn wil dichter zijn
ja astronaut, veel dichter bij de sterren liefst
dan zeg ik hem: Pepijn, mijn beste maat
‘k heb liever dat je blijft, je bent te oud
er zitten barsten in je lijf
zijn kopje slap, een touwtje uit zijn broek
hij spreekt niet meer, hij eet niet meer
wil niet naar de dokter voor een onderzoek
het komt wel goed met hem
alleen wat moe Pepijn, mijn harlekijn
uit de reeks 'Kleinood'