Pestkoppen!

28 dec 2018 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Anke begon te rennen. Ze rende haar longen uit haar lijf, terwijl ze achter zich de voetstappen naderbij hoorde komen. De oudste van de jongens die haar achterna zaten riep iets naar haar, maar ze hoorde enkel haar eigen piepende adem in haar oren. Ze stak nog een tandje bij en haalde alles uit haar uithoudingsvermogen, terwijl ze zoals elke keer de jongens achter zich hoorde schreeuwen naar elkaar. Hun voetstappen kletterden op de straat en werden steeds luider. Anke voelde haar longen branden en ze kreeg steken in haar zij. Ze sloeg razendsnel een hoek om, om daarna zeer snel te moeten remmen, om niet te struikelen over de houten balken die overal verspreid lagen in de straat. Na een snelle blik achterom constateerde ze dat haar achtervolgers dit hadden geweten en haar hierheen hadden gedreven.

Ze grijnsden alle drie gemeen en versnelden nog wat. Anke sprak al haar reserves aan en begon weer te rennen. Als een engel vloog ze over de obstakels die haar de weg versperden, maar in haar achterhoofd wist ze dat ze al had verloren. Haar rugzak bonkte bij elke stap pijnlijk op haar rug, en ze hoorde de spullen bijna breken. Ze kwam nog steeds vooruit, bleef doorrennen, maar de jongens hadden ook gezien dat ze steeds vaker haperde. Het gaf hen meer kracht, leek het wel, en ze haalden haar in. Eéntje greep haar tas vast en gaf er al rennend een harde ruk aan. Anke struikelde, uit haar evenwicht gebracht, over een dikke balk. Ze viel voorover en landde met haar hoofd op de hoek van een volgend brok puin. Een withete pijn ontploft achter haar ogen, en ze bleef even bewusteloos liggen.

Toen ze na een fractieseconde weer wakker werd, wenste ze in stilte dat ze langer bewusteloos was gebleven. Niet dat dat haar plaaggeesten zou hebben tegengehouden om haar waar mogelijk zo erg mogelijk toe te takelen, maar dan had ze er op het moment zelf tenminste geen pijn van gevoeld. Nu zag ze bij het openen van haar ogen drie grijnzende gezichten voor haar. Er liep een warme vloeistof over haar slapen naar de grond, waarbij de helft in haar korte haar bleef hangen en daar opdroogde. Anke had dat gevoel al zo vaak ervaren dat ze er geen aandacht meer aan besteedde. Ze staarde doodsbang naar de jongens. ‘Nou, trut, hoe zit het? Geef je je al over?’ Eén van de jongens, Anke kon niet zien wie precies, doordat haar zicht nog wat wazig was na haar onaangename kennismaking met de balk, nam het woord en benadrukte zijn belediging nog wat meer met een trap in haar zij.

‘Ja, ik meen me te herinneren dat je gisteren wel víjf meter verder was geraakt!’ spotte een andere jongen, waarvan Anke enkel de forsgebouwde gestalte kon onderscheiden. De derde jongen was een zielig ding dat ze nog nooit een woord had zien of horen spreken, dus Anke keek verbaasd op toen hij plots zei: ‘Wij hebben het niet zo op nieuwtjes, of wel, jongens?’ Alsof de andere twee nog wat meer motivatie nodig hadden om haar te martelen en te vernederen.

De eerste jongen lachte gemeen en antwoordde: ‘Neen, hé, Jonas, die hebben we hier niet graag, hé.’ Hij keek sluw naar de forse jongen – Matthias, meende Anke nu te weten – en toen draaide hij zich om naar Jonas. ‘Maar help me, hoelang ben jij hier nu al?’ vroeg hij. Jonas’ gezichtsuitdrukking werd plots zeer angstig, en hij leek zijn fout te beseffen. ‘Eh… ee-een jaar of zo?’ stotterde hij, en Karel – Ankes geheugen kwam steeds meer terug – begon nog breder en arroganter te grijnzen. ‘En dat vind jij genoeg om er al helemaal bij te horen?’ vroeg hij vals.

‘Ik… ik… ik denk van w-w-wel, ja…’ Jonas strompelde plots achteruit, terwijl hij jammerend zijn beide handen voor zijn neus sloeg. Anke zag een rode stroom van tussen zijn vingers komen. Ze keek geschrokken naar Karel, die rustig zijn vuist aan het masseren was na de bliksemsnelle slag tegen de neus van de meeloper voor hem. ‘Nou, dat vind ik dus niet!’ Hij maakte zich klaar om Jonas nog een klop te verkopen, maar Anke dacht niet meer na over de gevolgen en haar benen schoten uit. Ze raakte Karel vol op zijn enkels, waardoor hij verrast achteruitsprong.

In de tijd die hij nodig had om te herstellen en van de schrik te bekomen, trok Anke haar armen uit de riemen van haar rugzak en sprong recht. Ze voelde nu duidelijk de stroom opgedroogd bloed als een trekkende pleister op haar voorhoofd, maar ze ging voor Jonas staan, met haar vuisten gebald. Haar blik kruiste heel even die van hem, en in zijn ogen las ze bewondering, heel veel dankbaarheid en nog steeds een beetje haat, maar die zag ze verdwijnen in de milliseconde waarin ze elkaar aankeken. Ze draaide zich om, op het moment dat Karel terug recht krabbelde en Matthias zich ook klaarmaakte om hen ervan langs te geven. Anke hoorde achter zich dat Jonas zich verplaatste en zag dat hij naast haar kwam staan, met zijn ogen nu vol haat. Maar die was niet langer tegen haar gericht, maar tegen de twee kwelgeesten voor hen.

Zo stonden ze daar, twee jongens die dachten dat de wereld aan hun voeten lag en ze alles mochten, een jongen met een bloedneus die tot voor kort ook zo had gedacht en een meisje met haar kleren vol modder en een ernstig bebloed voorhoofd. Ze stonden tegenover elkaar, en Anke voelde zich máchtig.

Al sinds het begin van het schooljaar, zo’n negen maanden geleden, werd ze achtervolgd door die drie. Nu stond ze aan één kant met de sympathiekste en maakte ze zich klaar om het voor de eerste keer voor zichzelf op te nemen. Ze was er klaar voor. Ze keek uit haar ooghoek naar Jonas, en op hetzelfde moment keek hij naar haar.

Ze glimlachte en schoot naar voren. Haar gebalde vuist raakte Karel vol in zijn buik, en ze voelde de wind van zijn zucht – Oef! – in haar gezicht. Ze zag dat Jonas hetzelfde had gedaan bij Matthias, maar ze mocht zich niet laten afleiden. Ze concentreerde zich op Karel en begon hem te bewerken met haar ellebogen, vuisten, voeten, knieën… waar ze hem maar raken kon. Ze was vastbesloten om al haar opgekropte woede en frustratie eruit te slaan. Zelf incasseerde ze ook een aantal slagen, waarvan één op haar linkeroog, maar ze kon niet ophouden.

Op een bepaald moment merkte ze dat ze hem tegen de muur had aangedrukt, waardoor hij minder ruimte had om zich te verdedigen. Ze realiseerde zich waar ze mee bezig was en stopte onmiddellijk. Hijgend liet ze Karel los en hij zakte in elkaar. Vervuld van afschuw over wat ze had gedaan stapte ze achteruit, tot ze met haar rug tegen de tegenovergestelde muur stond.

Ze zag Jonas nog een laatste klap uitdelen, en ook Matthias zakte bont en blauw in elkaar. De twee grepen elkaar vast en strompelden weg, nauwelijks in staat om zichzelf recht te houden. Anke en Jonas keken elkaar aan. Jonas had een gezwollen lip, maar verder leek hij in orde. ‘Anke…’ begon hij, maar ze liet hem niet uitpraten. ‘Waarom deed je dat? Waarom hielp je hen? De eerste dag dat ik je zag, leek je zo aardig! En voor de rest ook. Maar vanaf het moment dat zíj in de buurt kwamen, veranderde je totaal. Waarom?’ vroeg ze.

‘Anke, ik… ik was bang. In het vorige plaatsje waar ik woonde, werd ik ook gepest, en dat wilde ik niet meer opnieuw meemaken. Ik wilde mezelf beschermen. Het spijt me zo.’ Hij boog zijn hoofd en keek naar de grond.

‘Ik begrijp dat je jezelf wilde beschermen, maar waarom dan zelf pesten? Ik nam het voor je op omdat ik er niet tegen kan mensen te zien lijden, maar dat betekent nog niet dat ik je alles heb vergeven.’ Anke begon achteruit te lopen, ervoor zorgend dat ze daarbij niet over iets struikelde. Ze liep naar haar tas en raapte hem op. Ze deed hem, tot verbazing van Jonas, open en haalde er een blok kladpapier uit. Ze nam een potlood en schreef iets op. Daarna vouwde ze het papier in vieren en schreef nog iets. Ze stak alles weer weg, hing haar tas op haar rug en liep zonder iets te zeggen weg.

In het passeren bij Jonas duwde ze hem het papier in handen. Jonas keek nieuwsgierig naar beneden en zag in hoofdletters staan: TEL TOT TIEN EN DOE OPEN. Hij keek verbaasd naar Anke, maar zag haar nog net resoluut de hoek omslaan.

Hij besloot dat hij al tot tien had geteld en vouwde het papier open. Er stond:

Maar ik kan het altijd proberen. 17 uur, dorpsplein.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

28 dec 2018 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket