Plastic drugs

14 jun. 2021 · 82 keer gelezen · 3 keer geliket

“Komt daar weer een nozem buiten,” zei Marcel tegen zijn vrouw die opgeblazen het laatste cijfer in haar soduko invulde en voor de vierde keer vandaag een papiertje demonstratief afscheurde en het opgeloste raadseltje in de lucht zwaaide al was het een winnend loterijbiljet. Hij wees door het raam naar de voordeur van het huis aan de andere kant van de straat. Twee weken geleden loste een vrachtwagen daar eindeloze rijen dozen. Na drie dagen zonder dat de nieuwe overbuur zich liet zien, begon het: een altijddurend komen en gaan van psychiatrische sans-papiers. “Verslaafde maffioso's“ noemde zijn vrouw ze. Ze vermoedde dat de kersverse overbuur handelt in hasj, wiet, XTC en crystal meth, maar Marcel wist het niet zeker: Een uur binnen blijven om dan met een smile en een grote plastic zak weg te wandelen? Een veel te grote zak voor drugs.
     “Moet je zien,” zei hij, “Nog éne.” De politie nam zijn vrouw niet meer serieus nadat ze voor de tiende keer paniekerig belde en smeekte om die bende op te rollen. De smerissen beweerden dat ze spoken zag vliegen. Verontwaardigd schold Marcel ze uit voor achterlijke gladiolen, sneuneuzen en onbekwame drollenvangers. Wilden ze hèm oppakken in plaats van die drugsdealer! Hij moest beloven hen niet meer te contacteren.
     “Ik moet ’t weten!” Hij kon zijn curiositeit niet meer de baas.
     Hij trok zijn vuilste broek, oudste jas en stoffigste schoenen aan alsof hij een dakloze is. “Zo val je niet op bij dat gespuis,” zei zijn vrouw. “Om zes uur eten we, hè!”
     Met stevige tred stak hij de straat over. Het regende en het was al duister want de novembernacht zou weldra vallen. Hij sloop rond het grote raam en probeerde binnen te gluren maar zwarte gordijnen beletten alle inkijk. Deze bende was uitstekend georganiseerd en op hun privacy gesteld! Even aarzelde hij wanneer zijn vinger naar de deurbel reikte. Hij ademde diep in en versteende wanneer de bel rinkelde als een ijskreemkar.
     “Kom binnen, vriend.” Sterke handen drukten de zijne en sleurden hem binnen. De voordeur knalde dicht in het slot. Hij kon niet meer terug? Help. Wit licht van TL lampen verblindden hem en deden zijn ogen knipperen. Vijf gekleurde plastic tafeltjes met telkens vier krukjes: rode, gele, paarse en oranje. Aan één van de tafeltjes zaten vier vreemdelingen voorovergebogen rond een aardewerken vaas die razendsnel tolde en hun handen met bruine drek besmeurde. In hun bedwelming keken ze zelfs niet naar hem op.
     “Doe je jas uit, kies een stoeltje, ik kom zo met mijn karretje.” De grote buurman met tatoeages en dreadlocks glimlachte vals. Marcel beefde maar trok zijn jas uit en ging zitten. Wat een linke boel was dit? De witte muren van dit lab waren besmeurd met posters van zebra’s die vechten met een hyena, walvissen die springen uit de zee en beren die zalm graaien in een rivier. Een foto van een meerkat knipoogde en zei ‘Stay calm and do the thing”. Was dit hun leuze? Marcel was niet kalm en wilde ‘the thing’ niet doen. Nooit raakte hij drugs aan! Was dit het zenuwcentrum van hun kartel? In de films hingen er minder tierlantijntjes en droegen de bazen geen smerige bundels vervilt haar. Een chill pianodeuntje speelde door luidsprekers ingewerkt in het plafond maar het leek niet op zijn plaats. Geniale afleidingsmanoeuvres. Hij mocht ze niet onderschatten!
     De buurman rolde een ijzeren karretje naar Marcels tafeltje. Het ding glom en deed Marcel denken aan zijn zeventigste verjaardag. Zijn vrouw trakteerde op een veel te chique diner in de Comme Chez Soi. Daar bolden ze zo kaas naar hun tafel - drie minuscule sneetjes aan vijfenveertig euro! - furieus had hij ze naar de ober zijn hoofd gesmeten. Maar dit karretje geurde niet naar kaas. Rook hij wasco?
     “Wil je kleuren, tekenen of boetseren?” vroeg de buurman. Dit was codetaal. Kleuren is LSD? Boetseren hasj? Op het karretje lagen kleurboekjes van K3, leesboekjes van Alice in Wonderland en tientallen barbiepoppen in een houten kist. Eén was onthoofd. Gebruikten ze dit om te trippen? Gaapten ze hiernaar om hun roes te versterken? Zijn vrouw had gelijk: de buurman runt een schunnig drugskot!
     “Ik wil niets,” fluisterde Marcel angstig met een schorre stem, “En ik heb geen geld.” Gelukkig lag zijn portefeuille thuis. Deze criminele gang wilde hem zeker bestelen. Naast zijn tafel stond een rek met potten klei, dozen stiften, flessen white-spirit en glazen bokalen vol glitters in felle kleuren. Wat een lef! De ingrediënten zomaar uitstallen? “Zie je wel, ze kochten de politie om,” mompelde hij, “Waarom negeerden die anders mijn waarschuwingen?” Eén van de vreemdelingen keek om en staarde achterdochtig met bloeddoorlopen ogen naar Marcel, die rood kleurde en hoopte dat hij niet ontmaskerd werd.
     “Meneer Marcel, relax. Ik stel voor dat u begint met een mooie tekening. Dat ontspant.”
     De drugsbaas schoof over het tafeltje een groot vel papier met lijntekeningen van een olifant die parmantig water spuit met zijn slurf en zette een doos kleurpotloden en een schaar voor de neus van Marcel. Was dit een test? Wilden ze dat hij coke versneed met een papierschaar? “Psychotherapeutisch centrum De Sleutel” prijkte in gedrukte letters bovenaan het blad. “Hoe verzinnen ze het?” siste Marcel, “Een creatieve dekmantel voor hun drugshandel!”
     “Hier is alvast een plastic zak,” zei een assistent in witte laboratoriumjas, “Kan je straks je kunstwerkjes mee naar je kamertje nemen en aan je vrouwtje tonen.”
     “Ik ben succesvol geïnfiltreerd,” dacht Marcel terwijl hij naarstig de poten van de olifant grijs kleurde, “Ooit rol ik dit netwerk op.”

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

14 jun. 2021 · 82 keer gelezen · 3 keer geliket