in schermreflectie kom ik m’n eigen tegen
je reinste charlatan-poëet
heden wikipediator
zie me speuren: alt-x niks alt-x niks
en verder zo voort, een kleurloze parade
een stille stoet insecten, een zootje ongewerveld
wormvormig Latijn waar niet eens een foto van bestaat
zulk duister krioelen, en zo spaarzaam verlicht:
langs het pad maar een paar van die mini-mini ahaatjes
’t is kruimels rapen, zoals u hoort en ziet
maar vormt dat een gedicht? ik dacht van niet — wacht
ik tracht wat te forceren, zo van schudden-misschien-valt-er-iets,
uit de losse voering van een mouw, of schedel-slash-gekruiste-beenderenhoed
maar mijn Parker is leeg, dus eerst inktvissen bij de buren
daar heb je, dacht ik, toch pennenvrienden voor
en dat ik vriendelijk naar zinsbouwvakkers zwaai?
wie weet heb ik ook die straks nog nodig
of nee! nee! schrap die laatste witzen!!
woordspelingen zijn no-go’s, de Zeef heeft het nog zó gezegd
[ maar waar heb ik nu toch mijn papier gelegd? ]
laat sitzen
ik enter een gedicht in gedachten, hier in mijn zeezieke kraaiennest
met m’n built-in redacteur, de hoofdletterzetter,
lijnrechter die straks weer komma’s plat zal strijken
maar voor nu nog gewoon: een lettergreep of acht
ik stop als verwacht met een punt.
© Marc Terreur, Sint-Niklaas, 3 december 2024