R van Roulette

27 apr. 2016 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

(uit “verhalen van A tot Z”)

The winner takes it all

 

Ergens in de jaren zeventig is Frankrijk gastland voor de jaarlijkse internationale conferentie voor reisagenten en tour operators.

Deze bijeenkomsten worden  in een bekende badplaats in het laag seizoen georganiseerd.  In feite is het een aantal dagen verwennerij van al wie betrokken is bij de organisatie van vakanties : van vliegtuigmaatschappijen tot hoteluitbaters, van reisagenten tot busexploitanten, kortom al degenen die het toerisme promoten. ’s Morgens wordt er vergaderd over uiteenlopende thema’s , ’s namiddags struinen de deelnemers allerhande attracties af en ’s avonds en tot diep in de nacht is er tijd voor recepties met veel bubbels,  dinerparty’s en reuze barbecues.

De Fransen zijn dat jaar aan bod en hebben hun kroonjuweel Monte Carlo als “venue” gekozen. Onze ploeg die een internationale hotelketen vertegenwoordigt  logeert in een pas geopend hotel van een bevriende Amerikaanse hotelgroep. Mijn charmante Franse collega zegt dat ook zijn moeder in Monaco aanwezig is als chef van een bekend reisbureau  in Parijs.  Zij logeert in het mondaine Hôtel de Paris.

Tijdens een van de vele recepties ontmoet ik de uiterst elegante Parisienne slash moeder slash reisagente.  Ze klaagt over haar hotelkamer.  Het is heel warm voor de tijd van het jaar en  het Hôtel de Paris mag dan wel “chique” zijn, er is geen airconditioning op haar kamer.  “Vous en avez de la chance dans votre boîte Americaine frigorifiée”  schertst zij.  

De Monegasken hebben iets origineels bedacht om ons te verwennen.  Nu ja, origineel ? Alle congresdeelnemers worden gratis in de grote speelzaal van het Casino toegelaten , waar het minimum speelbedrag  voor de duur van het Congres, uitzonderlijk verlaagd wordt tot vijf Franse Franken, destijds het equivalent van 30 Belgische Franken, momenteel een luttele 75 eurocent.

Wij hebben ons, zoals in de films, mooi uitgedost en lopen benieuwd tussen de speeltafels.  Door de zware overgordijnen en het dikke rode voltapijt is het er stil als in een tempel.  Het is dan ook een goktempel.  Naast het geluid is ook het  licht gedempt .  Enkel de typiische groene luchters werpen lichtbundels op de speeltafels.

 Mijn Franse collega houdt het al snel voor bekeken.  Hij vindt het hele gedoe wansmakelijk.  Aan de tafel waar wij halt houden  wordt inderdaad met één haal van de croupier een veelvoud van zijn maandsalaris verspeeld.

Met mijn vrouwelijke collega uit Duitsland heb ik besloten dat een terrasje of een nachtje uit in een of andere Club in Monaco al snel wat bankbiljetten kost. Wij besluiten te blijven en voor het equivalent bedrag  ons te amuseren en onze kansen te wagen in dit gokparadijs.  Wij vermaken ons niet zozeer met het spel dan wel met het ons voordoen als rijkeluiskinderen die het fortuin van Papa gaan verbrassen.  Vooral het mensjeskijkend gedeelte is daarbij uiterst boeiend.

Rond de tafel ziet men lui van allerlei pluimage rondlopen of aanzitten.  Een man in onberispelijk maatpak loopt van de ene tafel naar de andere  en geeft telkens instructies aan een “handlanger” .  Deze man of vrouw respecteert nauwgezet de som en het nummer of de combinatie waarop moet  worden ingezet. Schril contrast met een andere tafel waar een knappe dertiger samen met een vriend nogal luidruchtig aan het spelen is.  Beiden zijn in hippiestijl gekleed in gerafelde jeans en (dure) jekkers over een t-shirt .  Als de fooien vet genoeg zijn knijpt het personeel voor haar vaste cliënteel graag een oogje dicht en in de zaal waartoe wij toegang hebben is geen strikte dresscode vereist.

Plots is er rumoer aan een van de tafels.  Er zit een stokoude man.  Voor hem staan enkele torentjes van opeengestapelde speelfiches.  Onze 5 FF-fiches zijn mosterdgeel en rond.  De zijne hebben allerhande kleuren en de meeste zijn rechthoekig wat betekent dat hun stukwaarde  al snel in de duizenden FF loopt. Sommige stamgasten, vooral deze die in het geld zwemmen, hoeven niet steeds naar de kassa om hun geld in fiches te ruilen.  Zeer uitzonderlijk (en nogmaals  “moyennant un gros pourboire”) aanvaardt de croupier van een vaste klant dat er cash geld op de speeltafel wordt gelegd, uiteraard enkel briefjes, geen munten.  Aan de tafel van de oude gokker stijgt de spanning.  Hij wint het ene spel na het andere.  Zijn  stapels speelfiches beginnen te  lijken op de skyline van New York in miniatuur.

Dan gebeurt iets merkwaardigs.  Met beide handen schuift de man heel zijn New Yorkse miniskyline naar voren.  Hij zet alles in op het rode nummer 7.  De fiches kunnen amper op het ene nummer staan maar met een oogwenk heeft de croupier begrepen wat de man wil en helpt hem met het opeenstapelen.  Geen andere speler waagt het op  hetzelfde nummer in te zetten. Na het “faites vos jeux “ en “rien ne va plus” gaat de roulette draaien.  Het witte balletje tolt rond en valt op het zwarte nummer 29, het nummer nààst de rode 7.  De man is alles kwijt maar blijft totaal onbewogen bij het gebeuren.  Een jonge dame wuift heftig met haar waaier, haar vriendin wankelt weg van de speeltafel naar de bar waar ze waarschijnlijk iets “sterks” bestelt om te bekomen.

De man blijft zitten en stopt langzaam de linkerhand in zijn rechter binnenzak.   Hij haalt een bundel bankbiljetten boven.  Er zit nog een bandje om de spiksplinter-nieuwe flappen.  Zelf heb ik deze kleur van bankbriefjes nog nooit gezien. Het zijn biljetten van 500 Franse Frank.  Die hadden destijds een tegenwaarde van 3.000 Bef en zouden tegenwoordig  75 euro waard zijn.   Terwijl hij een tiental biljetten uit het bundeltje neemt fluistert iemand naast mij : “Il a la tremblote”.  De man bibbert inderdaad als hij de biljetten telt.  Niet omdat hij twijfelt maar van de ouderdom.  Hij zet het hele bundeltje geld opnieuw  in op één enkel getal. 

Ooit werd  berekend dat er 2,7 kansen op 100 bestaan dat iemand wint met een “plein” (inzet op één getal).  Die dag zijn wij getuige van het feit dat het kan.  Het witte balletje komt terecht op het ene nummer waarop het geldbundeltje ligt.  De gokker wint 35 maal zijn inzet.  Een snelle rekensom leert ons dat hij op slag een slordige 175.000 FF of 1.050.000 BEF of 26.000 Euro gewonnen heeft. Morgen zal ik mijn Franse collega kunnen vertellen dat geen maandlonen  maar ettelijke jaarwedden verspeeld werden. 

Ik krijg plots genoeg van dit decadente schouwspel  en  realiseer mij dat ik in mijn enthousiasme toch een duizendtal oude Belgische frankjes heb verspeeld.  Het is geweten : de Bank, en in dit geval , het Casino, wint altijd. Morgen keren wij terug huiswaarts en in het verlaten van de speelzaal zie ik een gang vol met de beruchte eenarmige bandieten . Ik wil weerwraak nemen op de uitbaters van deze goktent. Tot mijn grote verbazing  haal ik tot tweemaal toe Jackpot op verschillende gokautomaten.  In een mum van tijd (Toon Hermans zaliger zei vroeger dat hij er soms twee mummen voor nodig had)  win ik meer dan 700 BEF terug van mijn oorspronkelijke inleg.

Voordat de verslaving toeslaat en ik mijn centen weer kwijt ben stop ik het spel.  Ik troost mij met de gedachte dat ik mij thuis in mijn eigen stamcafé nooit voor 300 BEF op één avond zo kostelijk zou geamuseerd hebben. Bij het verlaten van het Casino zie ik de twee vrolijke fils-à-papa hippies wegscheuren in een peperdure Porsche.   

De volgende morgen heb ik nog tijd om enkele aankopen te doen.  Ik maak mezelf wijs dat ik de avond tevoren 700 BEF gewonnen heb en koop voor de helft van het bedrag in een kinderboetiek een snoezig bolerootje met blauwe bontkraag en fonkelende kleurenpailletten .  Dat is een cadeautje voor mijn anderhalf jarig dochterje.  Op haar Porsche gaat ze nog enkele jaartjes moeten wachten.  Papa moet daarvoor nog wat oefenen maar vreest dat het bij een Dinky Toy zal blijven.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

27 apr. 2016 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket