Reset

14 mrt 2025 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

ik wandel over roodbruine, harde grond

stap na stap

alles is vlak, kaal, droog en egaal 

als een mier in een grote keramieken kom

maak ik geen vooruitgang  

ik laat mijn voeten hangen

geen spoor 

hoelang ga ik al

en waarheen


een bries 

een wolk komt aandrijven 

een grote, groene vorm erop

contrasteert de blauwe hemel 

de mega pad ziet me niet

met rode ogen tuurt hij stuurs voor zich

zijn mond keert zich eindeloos binnenste buiten 

hij zweeft boven me door 

naar een klein plukje jungle 


ik baan me een weg tussen bomen en lianen

tot bij een open plek

schuilend achter een stam

zie ik zonlicht vallen op de mega pad

zijn slijmhuid blinkt

zijn geplooide poten spieren

hij is niet alleen


een giga slang

getooid met verenkroon 

werpt een lange schaduw

gespleten tong klapt


de grond davert 

een reuzenkrab stormt prompt aan 

bomen vallen 

bulldozer buiten proportie 

klauwen en poten met mos gedrapeerd

op zijn rug reist een hele stad mee 

voegt zich gauw bij de andere twee

windstoten razen 

een flamingo landt slag per slag

zeven poten zo dik als bomen

vier vleugels plooien toe

zijn vijf koppen kijken statig rond 


de mastodonten

een perfecte vierkant 

achter me niets dan

dichte planten

natte grond 

ik verlaat ze

ga tussen poten door


de zon staat hoog 

ik in het midden

geen boom wiegt

geen blad ritselt

alle reuzen staren 


ik val in warm water 

drijf weg van de krabbenstad 

kijkt me kort na

gaat dan weer door met haar dag


iets duwt me omhoog

snijdt in mijn voetzolen

een schildpad komt boven 


ik breng je de jungle uit op een voorwaarde 

pruts je de mosselen van mijn rug?


eerst onder me

dan uitdijend

voortmeanderen

mosselplons na mosselplons

de jungle rondom ons

donker 


plons

ik pier naar apen aan tafel 

ongeduldig kijkend naar hun vriend 

die naar de oven wandelt 

in keukenschort

 

plons

een tijger in pak

kijkt angstig op van zijn papier

schakelt snel de bureaulamp uit


plons

gekrijs, geloei en gebrul

over elkaar heen 

wild gegok 

op een partijtje slurfworstelen


plons 

een gekko in een aula van gevlochten banken 

heel het publiek steekt zijn hand op

vragen worden witte duiven

vliegen samen weg


aan de rand van de jungle

laat de schildpad me aan wal

inspecteert zijn schild 

duikt opnieuw onder

stroomopwaarts


natte streel over mijn wang

de katvis zweeft

en wenkt me


hij heeft alle bewegende kleuren

vinnen blauw dan geel dan groen

zijn staart glinstert belegd met sterren

zwalpend tot aan een kloof 

steekt hij over zonder omkijken 

ik leun over de rand

lagerop een kolonne mensen op ezels 

zonder einde


een platform stijgt op

dame in glinsterend, roze galakleed

lang, blond haar en maar een oog

pal in het midden van haar voorhoofd 


zij stapt af 

ik deins achteruit

het grote, mooie oog kijkt 

ze haalt een micro tevoorschijn

lijkt even te gaan zingen

slikt hem dan door


het bandje glijdt van de linker schouder

haar oog gelijmd aan de mijnen 

reikt dan naar haar rechter 

ik kijk weg


in haar plaats een boom

die hier niet hoort

in deze dorte

twee zijtakken

groot en groen


de zon zakt 

alle kleur verdonkert

ik laat me neer tegen de stam 

sluit mijn ogen 

bladerdekens

bedekken me 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

14 mrt 2025 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket