Gedicteerd door schuldgevoel
en incompetentie
schenk ik je nog eens bij.
Wanneer je dorst hebt,
breng ik je water.
Ben je moe, maak ik me klein
en vorm een trapje
voor jouw billen
zodat je niet meer moe zult zijn.
Is het koud, warm ik je handen
en bij verdriet lieg ik je voor.
Er mag geen zwart randje
aan jouw dagen fris gekleurd.
Ik kleur je plaatjes,
wijs jij ze aan?
De lijntjes trek ik alle dicht
en sluit ze af met een strik.
Vinkjes van goed
en geen slecht woord,
complimenten zal ik geven,
zonder dat ik weet waarvoor.
Alles zo vanzelfsprekend, zodat
je je nooit meer zorgen maakt.
Mijn handen maken een kommetje
en vangen alles voor je op.
In mijn schoot blijft altijd ruimte,
ik geef het echt niet weg.
Mijn borsten nooit meer jong,
maar samen met jou verkleefd.
Al ga ik door twee hellen
simultaan of na elkaar,
mij zul je niet zien barsten
al knal ik uit elkaar.
Je geld is alweer op,
het mijne nog veel meer.
Maar hé, ik ben jou zoveel schuldig
alles is voor jou.
Ten slotte was het mijn beslissing,
dat jij hier loopt en leeft.
En heb ik jou dit aangedaan
dit ploeteren tot aan de dood.
Erken mij lieve zoon, zoals jij jezelf erkennen zal.