Siswatil Lipinski is de oprichter van dit circus en tevens specialist in die dingen. Hij heeft zijn eigen bureau. Het onderzoekt dwaalgangen van geestelijk geweld. Het traceert ouderlijke gruwel doorgaans met één hoofddader met daarnaast een andere mensaap met voldoende zelfbewustzijn die dan weer auteur is van schuldig verzuim.
Met uitzondering van de daders, is iedereen die vandaag meespeelt in dit schouwspel slechts figurant. Dat weet de tent zelf maar de poppen aan touwtjes en de dieren niet. De circusdirecteur, de beul, de clown, de Hottentot, marmot en pieterman met nog wat plankton in zijn strot, zij doen gewoon maar mee.
Er is dat raar aquarium met vissen aan de ingang. Als je er wat troost in strooit, dan springen ze er op. Die Pieterman is scherp van rug, terwijl de goudvis die ooit uit zijn zakje viel nadat hij ooit gewonnen was, een schaafwond heeft die loopt van aan zijn linkerkieuw tot aan zijn laatste schub.
Daar blijven de kinderen staren. Omdat er ook een inktvis is die kleine letters blaast, maar goed. Eenmaal men de ticketjes heeft gekocht, dan is de tent van hen, van iedereen die naar de show gekomen is. Er wordt immers terechtgesteld, een tijd verdelgt, al is dat tevergeefs.
deel 7 van 'Cirque sans soleil'
uit de reeks 'Over eelt en zurkelteelt'