Wat doet die minder naakte slak? Ze dwaalt van groen naar groen. De tijd hij sijpelt mee van drupje vocht naar druppeltjes vol zachte nattigheid en in dat spoor van slijm verglijden vele mijmeringen. Eenmaal thuis, daar in die stulp, kan zij geen arm, geen vin bewegen. Een droge angst zoekt er een veilig hoekje en wat rest, is misschien fantasie, waarin zeer veel te snel beweegt.
uit de reeks 'Kleinood'