Hoe blij en gelukkig was ik zondag? Ik keek doorheen mijn venster en zag tot mijn grote kindervreugde al dat maagdelijk wit tot zover het oog reikte. Eindelijk nog eens een echte winterdag met kou en een laagje sneeuw. De zon erbij maakte het tafereel compleet. De natuur op zijn mooist. Terzelfder tijd hoorde ik mijn grootvader, de superbompa voor mijn kinderen, zeggen: ‘Dat ze lang niet meer de winters maakten zoals ze vroeger waren, dat iedereen in 1958 genoot van de kermis op de Schelde.… Toen vroor het dat het kraakte.’ Mijn moeder vulde de anekdotes aan met haar vertelsels over de schaatsavonturen na haar schooltijd. Natuurlijk herinnerde ik me tochten op de slee samen met mijn broer door het dorp. Een strak lang gespannen touw verwijderde ons van een open gapende koffer en de wolkende uitlaatgassen van een twee pk (Citroën 2CV) alsof het ons kon deren. Daarnaast kende ik de schamele winterverhalen van mijn kinderen. Moedig begonnen zij aan het wegrollen van het sneeuwtapijt. Ze plakten de sneeuw tot twee stevige bollen of een soort iglo. Tot het laatste restje sneeuw van hun kunstwerk het opgaf genoten zij nog van de sneeuwpret van dagen ervoor. Met dit alles in gedachten wilde ik mijn kinderen met de grootste zuigkracht van Antwerpen naar hier ‘de buiten’ trekken. Dit was de dag dat we ons kind zijn en alle pret konden herbeleven Dat ik, tussen hen beiden in, de sneeuw onder onze voeten hoorden kraken. Dat we rond de vuurkorf heerlijke warm appelsap van eigen kweek met gember en een stokje kaneel dronken. Dat we dit deelden met geliefden, vrienden en familie. Dat laatste was nu helemaal uit den boze.
Nu konden ze wel voor gezelschap en geknipt haar deze zaterdag best meteen naar de kapper gaan…
Wat hebben het weer en de coronamaatregelingen gemeen?
Beide zijn ze veranderlijk.
Ann Stuckens
12-02-2021