Mijn generatie leeft op nostalgie,
ik alleen op spijt.
Allemaal verlangen we
naar een lang vervlogen tijd.
Ik heb altijd iets nodig
om spijt van te hebben.
Als niets me spijt, dan is er een spijt
die nooit lijkt weg te ebben.
Spijt dat ik iets niet gedaan heb,
spijt dat ik iets niet ken.
Spijt dat ik iets gemist heb,
dat er een plek is waar ik nu niet ben.
Daarom smeek ik jou: bezorg me spijt.
Een spijt die nooit valt te wissen:
spijt dat ik niet weet hoe erg het aanvoelt
om jou te moeten missen.