Iets lachwekkends; in het schemerlicht, in het donkerste kamertje van onze grot, waar dromen zich achterstevoren afspelen, voordoen
Lager wordt gedeelt, besproken, gehuild
Ik schreeuw: luister toch! Zink weg in schaamte, begraaf mij , ik kan niet leven
Ze bedoelt het goed; zoals iedereen die analytisch/ narcistisch spreekt, schrijft, luistert...
Daar word binnen gerookt: het bruist er, het overstroomt er van geuren, kleuren, plassen bloed…
ons fata morgana in de vergetelheid
Op de hoek van onze boot komen we tot rust, kussen we de zon, staan we stil en vergeten we de vergetelheid
Ik denk, jij observeert, we lachen er om, ik houd je niet langer wakker, ik wieg je in slaap,
mijn klustertje, mijn maanobject