de wereld brandt
diezelfde onwerkelijke steden
lijden als ooit tevoren
mijn gelijke, mijn broeder
de assen rijzen
reizen
reikend tot aan uw voeten
zevenmijlslaarzenlangzaam
verder dan uw eigen horizonten
reiken
kinderen - huilend
vrouwen - huilend
dochters - huilend
zonen - dat mag niet
vaders - dat hoort niet
moeders - zelfs zij
nog net niet gedementeerde zielen
hunkerend
naar adem
in wurggreep waar uw handen
zich tot kosmische proporties verheffen
als Kronos
die zijn eigen bloed verorbert
- naar vaders voorbeeld -
hen de helleputten doet verkennen
met bang hart ten gronde richt
in de krochten
bestaan zij
gedijen zij
gedwee
achter de afgunst
wrang en verwrongen
malend tussen hun kiezen
laat gij hen geen keuze
verzuipen of vergaan
verdergaan
dan waar geen mens ooit gereikt heeft
doet geen mens
daar bereikt ge niets mee onnozelaars
aan uw horizonten
reiken echter de toppen
van Olympoi ja ja, dat hoort ge goed een meervoud
als onwerkelijk weerbarstig
kruipen zij
kermend van onder uw zoden
in de ogen van hun eigen dood
slaan zij
uw ketenen aan gruis
nieuwe goden
van het vrije woord
barsten in uw harnas uit
nu de wereld langzaam verder sterft