het is de vierde keer
dat ik hier blind probeer een oog
te plakken omdat deze stakker
zonder zicht op aarde kwam
hoe droevig was dit hout dan niet
wanneer hij bijna af
warempel klaar
volkomen harlekijn
geen moer kon zien
de neus akkoord
die is nog veel te kort
hij groeit vanzelf
zodat de lengte straks
uitstekend bij de leugen past
die gans dit land regeert
de middenstand
heeft al een winkeltje voor hem
terwijl een kind ontdekt
veel verder weg
dat onder al dat zand
er nog zo’n oog
begraven lag
voor de volledigheid
om alles goed te zien
kleef ik hier op zijn hoofd
die tweede lens
ik schenk hem ook
nog wat verstand
gemaakt uit kurk met kleine barsten
daarin schuilen
ongetwijfeld al heel lang
gedachten
ook zo’n beeld of elf
die blind de duisternis vertrouwden
hoopten op
acht kleuren en de tinten
voor een bleekgeboren etmaal of misschien
dat klein dozijn
timide nachten
heeft iemand al een naam
voor mij wat touw geduld om alles vast te verbinden
dit trekpopje
het droomt van blij bestaan
denkt al aan kinderen
die vrij en onbevangen
dolgelukkig
met zijn
leven
spelen
uit de reeks 'Kleinood'