“Jij was de eerste,
schijnt de enigste,
die me leek te vatten
Te begrijpen
Te snappen wie ik was tot in het
diepste van mijn ziel
tot elk weggestoken deeltje
Waar je bloemen had kunnen toveren
en littekens had kunnen doen verdwijnen
vergat je de kern, de ziel, te voeden
Harde woorden snoeien in op lieve daden
Tot niets meer overblijft
Waar ik de enigste scheen te zijn
die ooit naar jouw verhaal leek geluisterd te hebben
Speelde ik niet in op de belangrijkste paragrafen
Waar er vraagtekens gesteld dienden te worden
kwamen er uitroeptekens bij me op
Daar ik me nog niet veilig voelde
vertrouwde jij me dingen toe
waar ik geen weet mee wist
Te snel gegaan, beiden
Heb ik spijt
voor wat anders kon
Tijd verdrijft
Al vergaan wij tot
jij en ik
blijven bestaan”