uit zon
'visie mee in ruimte', zei ik, terwijl keek ik omhoog
alsof antwoorden me er nog terugzwaaien zouden
hij leek het niet in me te hebben gezien 'veel wind'
vertrapte hij voor zijn tred snel, erin sprak gevoel
sterrenflauw, las ik, hem zinde iets die avond niet
als kraaide ik weer te hoog als die kip zonder kop
geen hete zon verzengde zo troosteloos als de zijne
onder zijn hitte werd ik vaker vertrappeld, tot mak
deze keer liet ik hem doen, nog leek hij een punt
het antwoord, als liet het einde me haar beeld zien
ik streek glad, mijn veren en kam, en zwaaide nog
mijn visie in ruimte, beter bleef ik al uit zijn zon