Vakantieherinneringen

17 jan 2025 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

“Het bos nog niet inlopen,” hoor ik opa achter ons roepen. “Ik moet het licht nog aansteken.” Vlak voor de grote bomen stoppen we. Opa gaat zoals gewoonlijk naar de boom aan de rechterkant en drukt op de knoest. Gek genoeg komt op dat ogenblik de zon van tussen de wolken en werpt haar stralen tussen de bomen, waardoor het bos oplicht. De jongens joelen, klappen in hun handen en rennen het bos in. 
Ik ga naast opa lopen en neem zijn hand vast. “Je had weer geluk vandaag,” fluister ik zacht. Opa begint te lachen en knijpt in mijn hand. “M’n Metske toch.” Hij kijkt me aan en glimlacht. “Je wordt veel te slim hé!”

We kuieren rustig door het bos, terwijl mijn jongere neefjes over omgevallen bomen klauteren en van stronken springen. “Kijk eens wat ik kan,” roept Jörn. Hij hangt te slingeren aan een dikke tak. De andere jongens lopen zijn richting uit. Jens hangt als eerste naast hem en ook Jitse slaagt er in zich vast te klampen aan de tak. Alexander, de jongste van de hoop, staat als een gek te springen in de hoop ook de tak te kunnen bereiken. Opa tilt hem op en blijft hem vasthouden terwijl zijn handjes zich continu verpakken om grip te krijgen op de tak. 

“Oké aapjes, tijd om terug naar om te gaan.” De jongens laten zich los en komen met een plof weer op het mos terecht. “Maar opa, we zijn nog niet naar het kapelletje geweest,” zegt Jörn. De teleurstelling staat op zijn gezicht af te lezen. “Morgen komen we terug samen met oma en Corra, dan gaan we langs het kapelletje en de plantages om te zien of er al appels zijn.”
“Joepie,” klinkt het in koor. De jongens lopen terug. Opa rolt een sigaret en steekt hem aan. Het is een man van weinig woorden, maar zijn blik verraadt zijn gedachten. Wat houdt hij van ons.

Opa loopt het bos uit, de jongens kijken hem bedenkelijk aan. “Opa, je vergeet het licht uit te doen,” zegt Jens. Opa lacht en draait zich om. Hij druk weer op dezelfde knoest in de boom en dooft zo het denkbeeldige licht.
“Om het eerst bij de hertjes,” roept opa en we beginnen allemaal te lopen terwijl hij op zijn gemakje volgt. Plots klinkt er luid gehuil achter me. Alexander is gevallen en heeft zijn knie geschaafd. Ik weet al wat er nu zal gebeuren. Nadat opa het vuil wat heeft weggeveegd, haalt hij de sigarettenblaadjes uit zijn zak. Hij scheurt er een stukje ter grootte van het wondje af en likt eraan. Daarna kleeft hij het op de knie van Alexander. “Zo, helemaal genezen.” Alexander snikt zijn laatste tranen weg en zet het weer op een lopen. 

Als we terugkomen, staat oma ons al op te wachten met zelfgemaakte waterijsjes. Corra staat te kwispelen en loopt ongeduldig tussen ons. Elk gevallen druppeltje likt ze van de grond. 
We gaan weer naar binnen en de geur van versgebakken brood komt ons tegemoet. Vanmorgen mocht ik als oudste en enige meisje helpen met kneden, terwijl de jongens buiten aan het ravotten waren. Ik voel het nog in mijn armen en vraag me af hoe sterk oma wel moet zijn als ze zo een stuk of twintig grote broden kneedt, als ik het al voel na tien kleine broodjes voor ons.
Het water komt me in de mond, wetende dat de verse broden, die nu nog liggen af te koelen, vanavond op ons bord zullen liggen. 

Na het avondeten volgt het vaste avondritueel. Stil zijn tijdens het nieuws, samen naar 'Lily en Marleen' kijken, één voor één pyjama aan en tandenpoetsen, een zoen en knuffel aan opa die in zijn zetel blijft zitten, allemaal samen op de kamer van de jongens luisteren naar oma die een verhaaltje voorleest en ons daarna super strak instopt. Zo strak dat we amper nog kunnen bewegen. Een kruisje op ons voorhoofd, nog een zoen erbij en dan is het voor de jongens bedtijd. “Oogjes dicht en snaveltjes toe,” zegt oma voor ze de kamer uitgaat. Ik lig alleen op een kamer en mag nog wat lezen.

Een uurtje later klinkt er zacht getik op de deur, mijn teken om naar dromenland te gaan. Ik sluit mijn boek en leg het onder mijn bed. Oma pakt me nog een keer stevig in en maakt een kruisje op mijn voorhoofd. “Fa So Sei Samen,” is wat ik versta terwijl ze dat doet. “Slaapwel,” fluister ik terug. Al snel val ik in slaap en wordt pas wakker als de haan begint te kraaien.

Op mijn tippen sluip ik naar de slaapkamer van oma en opa en kruip tussen hen in. Ik vlei me dicht tegen oma aan en voel hoe opa zijn arm om me heen slaat.
Even later stapt opa uit bed. Nadat hij zijn grijze werkbroek en de rest van zijn kleren heeft aangedaan, gaat hij naar buiten. Tijdens zijn eerste sigaret van de dag, gaat hij langs de volière om de vogeltjes eten te geven. Daarna zijn de kippen, ganzen en kalkoenen aan de beurt.

Naast mij begint oma aan haar rek- en strekoefeningen. Ze brengt haar knieën naar haar neus, heft haar benen in de lucht en draait haar nek los. Samen staan we op. Terwijl ik mijn kleren aandoe, perst oma sinaasappelsap met een citroen en pompelmoes erbij. Als ik de keuken in kom, zie ik oma haar armen en gezicht inwrijven met de lege citroenschil. Geen idee waarom ze dat doet en ik durf er ook niet naar vragen.
Even later staan ook de jongens in de keuken en kunnen we ontbijten. We krijgen elk een bekertje fruitsap en boterhammen met kirikaas.

Als de jongens aangekleed zijn en we allemaal onze tanden hebben gepoetst met die vieze tandpasta die oma speciaal voor ons koopt, zijn we klaar voor een nieuwe dag.

“Mag ik vandaag het licht in het bos aansteken?” vraagt Jens verlegen. 
Oma en opa lachen.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

17 jan 2025 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket