Jij kan niets veranderen aan jou. Tenminste, dat zou zo moeten zijn.
Voor dit stukje tekst - dat in een soort van oprechtheid zich ingewikkeld heeft - had ik muziek nodig. Voor jou draait het erom jezelf voorop te plaatsen, en ik die jou meemaak:
eindelijk maak ik iets mee dat volstrekt normaal is. 'The soundtrack to my life' horen.
Je bent pas zinvol omwille van een ellendige ervaring zoals verlies, maar wat verlies je?; zoals pijn, maar wie is degene die nog pijn heeft? De wereld is op een vreemde manier gestopt met op iets te lijken en laat een verveelde indruk na. Ik kan nog zo mijn best doen, maar niets schijnt maakbaar te zijn dus verdwijnt het momentum altijd wel ergens.
Ik zweer af dat liefde draait om delen, en laat het me vervolgens op gebruiken. Ik doe alles altijd bewust, ook al weet ik dat dat nefast is. Autisme doet je nadenken, zonder dat je iets weet.
Je ogen staren me aan maar later zou nog duidelijk worden dat dat mijn eigen blik was die terugstaart naar wat er nu nog van mij overblijft.
Ik doe wat moet of eindelijk kan, niet na (gelukkig zijn); ik doe het omgekeerde maar dan op een overtuigde manier (oncontroleerbaar zijn).
Ik doe het niet graag, maar maak het wel telkens mee.
Ik heb een totaal volmaakt verlangen naar het exterieur van Dries.
En dit verdomd stukje tekst dat op een gedicht wil lijken. Een geparafraseerd gedicht is geen gedicht maar een analyse.
Laten we ophouden bij genoeg.
Zorgeloosheid tot iets logisch maken, het zal nooit lukken zonder waanzin.
Vind me terug, zodat ik het niet zelf hoef te doen.