Norman van Weelde (49) is een boer in Noord-Holland. Hij heeft twee zonen; Rudie (21), Jurrien (18) en een dochtertje, Verle (12). Hij woont samen met zijn tweede vrouw, Heleen van Weelde-Haan (46). Normans nichtje, Robin Rosche (16), logeert van 23 juni tot 27 juni bij hem.
Om 21:18 uur wordt Norman door een onbekend nummer op zijn iPhone 4 gebeld.
Om 21:24 uur belt Norman 112. Hij klinkt bang en lijkt te hyperventileren.
112 DIGITAAL VERSLAG (VANAF 21:25 UUR)
112-telefonist: “Meneer van Weelde, rustig. Ik kan u niet goed horen.”
Norman: “Hun oren, vrouw! (onverstaanbaar) hun oren!”
112-telefonist: “Meneer van Weelde, opnieuw, rustig-”
Norman: “(onverstaanbaar) mijn dochter! (ruis) mijn vrouw! Oh God, Robin.”
112-telefonist: “Meneer, wat is er met uw familie?’
Norman: “(onverstaanbaar) oren!’
112-telefonist: “Meneer van Weelde, is er iemand anders waarmee ik kan praten?’
Norman (lijkt 112-telefonist niet te hebben gehoord): “Robin! (ruis) –in! Verle!”
112-telefonist: “Wat gebeurd er, meneer?”
Norman: “Hun oren, het zijn hun oren! Het (ruis) hun oren!”
112-telefonist: “Meneer, agenten zijn onderweg naar uw locatie.”
Norman: “Sne- (ruis)”
Agenten arriveerden om 21:57. Ze ontdekten de lijken van Jurrien in de woonkamer en Heleen in de slaapkamer van Verle. Rudie, Robin en Verle werden niet gevonden. Norman werd later gevonden, in elkaar gekropen in de kast, zijn iPhone nog in zijn verslapte hand.
POLITIERADIO DIGITAAL VERSLAG (VANAF 22:00 UUR)
Agent Tisselink: “Thijs, iets gevonden?”
Agent Desmet: “Niets, Bas, huis is leeg… (Geluid van een deur die wordt geopend) Wacht.”
Agent Tisselink: “Wat is er?”
Agent Desmet: “Het lichaam- van meneer Van Weelde.”
Agent Tisselink: “Wat is ermee?”
Agent Desmet: “Ik scheen met m’n zaklamp op hem en- toen… Je moet komen, Bas, ik denk dat- (geluid dat Desmet iets over de grond verschuift, vermoedelijk het lichaam van Norman) Ik denk dat er iets in hem zit.”
Agent Tisselink: “Wat?”
Agent Desmet: “Ik weet- (kucht) niet hoe ik het moet uitleggen. Kom snel.”
(Geluid van Tisselink die een trap oploopt, daarna een deur die opengaat.)
Agent Desmet: “Hier, kijk dan.”
(Korte stilte. Geluid van Desmets en Tisselinks ademhaling. Kort, kokhalzend geluid wordt gehoord.)
Om 22:14 uur draagt Thijs Desmet een bewusteloze Bas Tisselink uit het huis. Agent Desmet zegt dat hij iets in het oor van Norman zag zitten, maar wist het niet zeker. Bij nader inzien leek het alsof een spin of kakkerlak in zijn oor was gekropen.
Tijdens het forensisch onderzoek werden er geen sporen van dieren gevonden en ook geen duidelijke doodsoorzaak.
Wel werd er bij alle slachtoffers een beschadigde gehoorgang aangetroffen.
Rudie, Robin en Verle werden nog steeds vermist.
“Hun oren, vrouw! (onverstaanbaar) hun oren!”
02 – 30 juni 2016Sinds 26 juni, 06:30 uur, zoekt men naar Rudie en Verle van Weelde en Robin Rosche. Er werd gezocht tussen 06:30 uur en 21:00, met tussendoor pauzes in een 5km-radius van het huis Van Weelde. Buiten deze radius werd er korter gezocht.
Op 28 juni werd er om 09:00 uur precies een landelijk AMBER-alert uitgezonden. Er worden vele tips gegeven, maar geen van hen leiden naar de vermisten kinderen.
Op 30 juni, om 21:00 uur, wordt 112 gebeld.
112 DIGITAAL VERSLAG (VANAF 21:01)
Rudie: “Hallo? Spreek ik (ruis) politie?”
112-telefonist: “U spreekt met de politie in Assen, met wie spreek ik?”
Rudie: “Rudie- Rudie van Weelde. Ik- (ruis).”
(De 112-telefonist geeft door dat Rudie is gevonden)
112-telefonist: “Rudie, waar ben je nu?”
Rudie: (onverstaanbaar)
112-telefonist: “Rudie, kan je rustiger praten? Ik versta je niet.”
Rudie: “Er- er is geen- ik weet het niet.”
112-telefonist: “Kan je je omgeving omschrijven?”
Rudie: “Ik ben in een huis- klein huis. Verlaten. Vervallen.”
112-telefonist: “Dan heb je ontzettend veel geluk gehad. Kan je iets zien wat de omgeving onderscheid?”
Rudie: “Naast de deur van het- eh- huisje hing een bordje. Van koper, denk ik. Meijers, stond erop.”
112-telefonist: “Ik denk al te weten waar je bent. Blijf in het huis, we komen er direct aan.”
(Korte stilte, enkel het geluid van zijn gejaagde ademhaling. Er klinken voetstappen op hout, daarna een keiharde knal.)
112-telefonist: “Rudie…? Rudie…?”
Om 22:59 arriveerde een politiekorps van vier agenten en een ambulance bij het verlaten Meijers-huis in Drenthe. Ze troffen Rudie dood aan op de vloer van de woonkamer. Het mobieltje waarmee hij had gebeld, een Blackberry uit 2004, lag een meter van hem vandaan, het scherm gebroken. Na onderzoek van het huis vond agent Van Damme drie aangevreten en opengescheurde lijken op zolder. Deze konden niet meer geïdentificeerd worden.
Bij terugkomst vertelde agent Van Damme dat hij iets zag rondkruipen in de drie gevonden lijken. Velen zeiden dat dit hoogstwaarschijnlijk ongedierte waren, of zilvervisjes.
Agent Greef beweerde dat hij iets zag in het oor van Rudie. Agent Schulte en agent Bone bevestigen dit.
03 – 1 juli 2016Boekenwinkeleigenaar Laurien Kempes (30) is bezig met de winkel af te sluiten. Haar boekenwinkel, De Boekenwurm, bevindt zich aan het einde van de Jan Klaverstraat. Om 20:08 uur wordt er op het raam van de winkel geklopt door Robin Rosche. Samen met Robin is Verle.
Om 20:23 uur wordt het Henri Veen Ziekenhuis gebeld.
HENRI VEEN ZIEKENHUIS DIGITAAL VERSLAG (VANAF 20:26 UUR)
Laurien: “Ja, ze kwamen me inderdaad bekend voor, ja.”
Ziekenhuistelefoniste: “Het beste wat u kunt doen is hen naar ons toe brengen. De politie is al gebeld.”
Laurien: “Is goed, i- (ruis).”
Ziekenhuistelefoniste: “Het spijt me, mevrouw Kempes, de verbinding viel weg. Kunt u herhalen wat u zonet zei?”
Laurien: “Ik zie (ruis) oren.”
Ziekenhuistelefoniste: “Wat is er met hun oren?”
Laurien: (ruis)
Ziekenhuistelefoniste: “Mevrouw Kempes. Bent u er nog?”
Laurien: “Ja, sorry, normaal gesproken (ruis) zo’n slechte verbinding. Wat ik zei, is dat ik denk dat er (ruis) oren zit.”
Ziekenhuistelefoniste: “Er zit iets in hun oren, is dat wat u bedoeld?”
Laurien: “Ja, ik- (haar telefoon valt vermoedelijk op de grond)”
Ziekenhuistelefoniste: “Mevrouw Kempes? Mevrouw Kempes?”
De politie werd naar De Boekenwurm gestuurd, in plaats van het ziekenhuis.
Bij aankomst troffen ze mevrouw Kempes dood aan. In de rechterzijkant van haar hoofd zat een gat, alsof er een kogel door haar hoofd was geschoten.
Verle werd niet gevonden.
Robin werd op de bank in de woonkamer aangetroffen. Er droop bloed uit haar oren. Bij het forensisch onderzoek bleek dat ze een ernstig beschadigde gehoorgang had en beschadigde organen.
04 – 22 juli 2016Op 1 juli werd er direct, na de vondst van wijlen Robin Rosche, een AMBER-alert uitgezonden voor Verle van Weelde. Vele zoektochten werden gehouden, maar leiden tot niets.
Op 22 juli, om 20:54, werd er 112 gebeld.
112 DIGITAAL VERSLAG (VANAF 20:57 UUR)
(Doorgegeven dat Verle gevonden is en verblijft bij de familie Dollen in Sneek)
Verle: “Kom snel, alstublieft. Ik ben bang.”
112-telefoniste: “Dat begrijp ik, Verle, maar je moet me vertellen waar je was.”
Verle: “Ik- ik weet het niet, mevrouw.”
112-telefoniste: “Weet je dat je bijna eenentwintig dagen weg was?”
Verle: “Dat weet ik nu, mevrouw, maar (ruis) slechts een paar uur.”
Meneer Dollen: “Wat was dat?”
112-telefoniste: “Verle, wat gebeurd er?”
Verle: (ruis)
(Hard geluid dat vergelijkbaar is met iemand die valt. Gegil van Verle)
Bij aankomst bij het huis van de familie Dollen wordt meneer Dirk Dollen (70) dood gevonden in de woonkamer. Zijn vrouw, Geertje Dollen-Speldt (69), ligt zwaargewond in de keuken.
Verle werd in de kast in de woonkamer gevonden. Op de rechterhelft van haar gezicht zaten diepe sneden en schrammen. Datzelfde gold voor de rechterhelft van haar lichaam. Haar kleding was gescheurd en in haar bleke huid zaten sneden.
Verle en mevrouw Dollen zijn allebei met spoed naar het ziekenhuis gebracht.
05 – 31 juli 2016Op 22 juli, om 21:59, stierf mevrouw Dollen aan haar verwondingen.
Op 30 juli was Verle voor een groot deel genezen van haar verwondingen. Ze werd voor de zekerheid nog een week in het ziekenhuis gehouden.
Op 31 juli, rond 14:00 uur, bezochten agenten Bas Tisselink en Thijs Desmet Verle in het ziekenhuis, op kamer 162.
VERSLAG VAN BAS TISSELINK
“Verle, wat is er gebeurd op 25 juni?”
Verle: “Er was iets in de telefoon.”
“Wat was er in de telefoon?”
(Verle haalt haar schouders snel op)
“Denk je dat- het spijt me- je ouders hierdoor zijn overleden?”
(Verle knikt)
Verle: “Bij de oude man en vrouw was het er ook. Het kon toen niet volledig bij mij komen.”
“Waarom denk je dat?”
Verle: “We belden niet via mobiel.”