ergens in mijn slaap werd het ik wakker
rem voor een ongewenste hand
iets kreeg een eigen leven: omhoog de trap op
de kamer in
het bed op
het hoofd in
en het ik werd nog een keer wakker
van een zwaailicht
blauwe ogen nog blauwer
fragmenten blauw
iemand was afweziger dan de afwezigen
aanwezigen afwezig voor het ik
handen duwden gordijnen opzij
opzij
er werd iemand verhoord
moord?
van zoon op vader
nader kwam het ik niet
een tong lag in een mond vol woorden: 14
veel kamers heeft het ik niet meer
in die toestand gezien
verloren geslapen
vader
verloren gedroomde vader
verloren
gelopen zoon