Venetiaans Blond

10 nov. 2014 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

GIANLUCA

 

‘Voor mij de duif alstublieft,’ zei de man.

Gianluca zuchtte en gaf met uitgestreken gezicht zijn standaard antwoord: ‘In principe serveren we dat niet meneer, maar tegen een kleine meerprijs ga ik dadelijk op pad om speciaal voor u een topexemplaar te strikken. Met uw goeddunken zal mijn vader het dier hoogstpersoonlijk slachten en vervolgens met veel zorg en op aloude wijze voor u bereiden.’

De laatste tijd kreeg hij het mopje wel vaker te horen, van een zelfgenoegzame toerist die er zijn vrienden mee wilde entertainen of, zo mogelijk nog erger, indruk wilde maken op zijn date. Maar deze keer klopte dat plaatje niet. 

 

De man kwam van hier, indien niet uit Venetië dan zeker uit Italië - toch was hij op zijn ongemak. Hij zweette zich te pletter. Zijn pak was te strak voor zijn lijf. Zijn handen waren groot en ruw. Gianluca vermoedde dat hij zich beter voelde op pakweg een scheepswerf dan in een restaurant. Hij wilde het liefst onzichtbaar zijn.

 

Zij daarentegen deed hoofden draaien. Een klassieke schoonheid was ze niet, en ook niet meer piepjong. Gianluca schatte haar begin de veertig, hooguit tien jaar jonger dan de man tegenover haar. Maar ze zoog blikken naar zich toe, en leek dat ook gewoon te zijn. Haar huid was wit, spierwit, haar ogen felgroen. Verder was ze rood – haar jurk, haar schoenen, haar lippen, haar haren. Ze intrigeerde. Wie was ze? En vooral, wat deed ze met hem?

 

 

HÉLÈNE

 

Hij deed zijn best, dat was het niet. Hij maakte zelfs dezelfde grap als toen. Het deed haar hart even opspringen, dat hij dat nog wist. Maar tegelijk was het pijnlijk. Toen deed hij het vol branie; nu bestierf hij het van de zenuwen. Verder hadden elkaar ze niets, maar dan ook niets te vertellen. Toen was hij een boefje, een ‘ladro di biciclette’, hij was vurig, veelbelovend, vol verwachtingen. Hij had haar meegetroond, zij, middelbare schoolmeisje op Italië-reis, haar helpen ontsnappen uit het hotel, haar de stad laten zien zoals hij, die er was opgegroeid ze zag. Die nacht had langer geduurd dan de rest van de reis. Ze gingen contact houden, dat hadden ze gezworen.

Dertig jaar later had ze hem teruggevonden. Op Facebook. Hij was oud geworden, dikker, kaler, vader. Maar in zijn ogen had ze dezelfde schittering gezien als toen. Dacht ze.

Hij had dadelijk willen afspreken. Nu zag ze in zijn ogen bitter weinig. Hij zei niet veel, als hij iets zei geraakte hij niet uit zijn woorden. Ze vroeg zich af wat hij zijn vrouw had verteld.

Tot zover de belofte. Maar anderzijds, ook zij stond doen op de drempel van een leven vol mogelijkheden. Had zij de verwachtingen wel ingelost?

 

 

BEPPE

 

Beppe kwam nog maar zelden uit zijn keuken. Hoewel ze maar enkele honderden meters verwijderd waren van de toeristische trekpleisters van de stad, werd het restaurant tot voor enkele jaren hoofdzakelijk bezocht door Venetianen. Tot het in een hippe reisgids werd aangeprezen als ‘verborgen parel in het hartje van het authentieke Cannaregio’. De toeristen kwamen, maar veel vaste klanten bleven weg. Beppe verdiende goed, maar voelde zich niet langer thuis in zijn eigen zaak.

‘Papa?’

Zijn zoon Gianluca stond achter hem.

‘Probleem. Tafel 6 kan niet betalen. Ze willen afwassen, zeggen ze.’

‘Toeristen?’

Gianluca knikte.

 

Beppe beende de keuken uit, recht naar de tafel van zijn weerspannige gasten, zijn hoofd rood en zichtbaar geagiteerd.

‘Mevrouw,’ stak hij van wal, ‘dit is een eenvoudig restaurant, maar dat wil niet zeggen dat wij geen respect verdienen. Wij bereiden met de grootste zorg…’. Zijn stem stokte. Hij keek, recht in die bezwerende, helgroene ogen en zweeg.

 

 

‘U bént hier al geweest,’ zei hij uiteindelijk. ‘Lang geleden, maar ik herinner me u.’

De vrouw knikte.

‘Dat is zo.’

‘U hebt toen ook de afwas gedaan. U was jong, heel jong nog…’

‘Zeventien, op reis hier met de school. Ik was uit het hotel ontsnapt met een jongen van hier. Maar we hadden geen geld, helemaal niks.’

 

Beppe keek even opzij, naar de man.

‘Wilt u daarom opnieuw… Maar waarom?’

De vrouw zuchtte.

‘Waarom kijken mensen graag naar foto’s uit hun kindertijd? Waarom blijven ze hun hele leven luisteren naar muziek uit hun jonge jaren? Waarom zoeken ze contact met uit het oog verloren vrienden?’

Hij knikte. Alle boosheid was uit hem verdwenen. Het leek alsof een soort van weemoed hem overviel.

‘Ik hoop dat u er iets aan heeft…’

De vrouw haalde haar schouders op.

‘Ach, u weet vast ook wel hoe het gaat met zulke dingen. Ja, ik voelde me weer zoals toen, heel even, maar even snel is daar het besef dat het nooit meer terugkomt. Ik had het kunnen weten.’

Beppe zweeg.

‘U mag… als u dat wilt, mag u komen afwassen…’

‘Laten we dat maar achterwege laten dit keer. Brengt u me gewoon de rekening maar.’

Ze richtte zich tot de man. ‘Je kunt beter gaan nu. Sorry dat ik je hierin heb meegesleept.’

 

Beppe draaide zich om naar zijn zoon. ‘Gianluca, breng je mevrouw de rekening? En een amaretto. Van het huis.’

Hij keek weer naar de vrouw. Ze had haar ogen neergeslagen, maar hij meende een traan te zien op haar linkerwang.

‘Weet u, mevrouw, het restaurant is best wel veel veranderd sinds u hier laatst was. Als u wilt, kunt u uw amaretto bij ons in de keuken komen drinken. Ik heb achterin nog foto’s liggen van toen.’

Ze keek op en knikte dankbaar.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

10 nov. 2014 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket