De mannen van de verhuisfirma laden ze in de vrachtwagen: de dozen die mijn leven bevatten. Het is te zeggen: een stukje ervan, enkel de dingen die ik dien te herinneren, de gebeurtenissen die het waard zijn te bewaren als souvenirs. Toen ik ze inlaadde was ik niet bepaald selectief: de ene dag gebood de sentimentaliteit mij dit en dat te bewaren, de volgende dag gooide ik alles weg vanuit de optiek van tabula rasa. Wat in die dozen zit, is dus meer een allegaartje dan de essentie van vijftien jaar geleefd te hebben.
Maar is het leven niet zo? Gedichten worden enkel geschreven bij geboorte, huwelijk en overlijden; de rest is louter opvulling. Het leven van alledag is het cement tussen de grote gebeurtenissen die we willen bestendigen door beeltenissen ervan in grote potsierlijke fotoboeken te bewaren. Het zijn die dozen die het zwaarste zijn, niet het cement. Dat wat in grijze zakken tijdens ontelbare ritten naar de kringloopwinkel werd gevoerd, waren de details. Dat wat in de verhuisdozen zit, zijn parels, parels voor de zwijnen.
Als ik de dozen in het nieuwe appartement open, walg ik van de nostalgie. Het zijn een voor een dozen van Pandora. Eigenlijk wil ik slapen op de grond, eten uit papieren borden en kleren opdiepen uit een zak van de Action. Ik wil komen tot de essentie door me te ontdoen van alle ballast. Stiekem hoopte ik dat de vrachtwagen ergens op de Antwerpse ring in de berm zou belanden en in de fik zou schieten. Natuurlijk gebeurde dat niet. Ik wilde echt een nieuwe start, maar daar beslisten de mannen van de verhuisfirma anders over.