Ik ben een verslaafde,
en ik weet best waaraan,
zelfs de herinnering achteraf
laat mijn hartslag de hoogte ingaan
Van alles wat verslavend is,
neem ik slechts één ding tot mij,
ik sleep me van hoogte tot hoogte,
de leegte ertussenin neem ik erbij
Die kleine momenten,
de gouden roes die ze geven,
telkens opnieuw,
al duren ze maar even
De beroering laadt me op,
ik sidder, ga hevig te keer,
alles gonst binnenin
bij de gedachte aan meer
Toch moet ik wegen,
doseren met mijn volle verstand,
want ik weet wel dat wie te dicht
bij de zon komt zijn vleugels verbrandt
Rondom mij zag ik de dolers
hun wereld verliezen,
eindigen in een woestijn
of voor altijd bevriezen
Ik hou mezelf in de hand,
hun middelen wil ik niet,
ik heb geen nood aan die bron
van levenslang junkieverdriet
De dierbaarste kick
bezorgt me nooit spijt,
ik ben gewoon verslaafd
aan jouw nabijheid