Viktor

24 jan. 2021 · 19 keer gelezen · 1 keer geliket

Op een zaterdag in 2011 besliste Viktor zijn mes met aardbeienconfituur niet schoon te vegen aan zijn witte boterham. Hij plantte het tuig in het bestekmandje van de vaatwasser en probeerde in zijn baan naar de trap de diagonalen van de koude vloertegels te tekenen met zijn blote dikke tenen. Bij het horen van de kreunende trap kreeg hij plots spijt van zijn vrolijke bewegingen. Alsof de oude treden hem probeerden duidelijk te maken dat verbeelding niet aan de orde was, dat de toekomst wel zou oordelen of hij zulke frivoliteiten mocht verderzetten, niet het heden. 

In zijn kamer opende Viktor de bovenste bureaulade en nam de brief die twee jaar geleden zijn wereld op z’n kop zette. Het was een donderslag bij heldere hemel geweest, die als een echo bleef kaatsen in zijn puberende hoofd. Hij opende het geruite papier dat hij ooit in de vuilnisbak vond. Minuscule vezels dwarrelden doorheen een straal ochtendzon naar beneden; de brief was het niet meer gewoon zich ontvouwd te voelen. Nog steeds waren het deze letters die Viktor aan het blokjesparket nagelden. Hoewel ze aan zijn moeder waren gericht, las híj de woorden van zijn vader.  De man schreef dat hij spijt had, spijt dat hij haar had verlaten, spijt dat hij toen vooral bang was om vast te roesten, bang voor het gewone, de sleur die hij steeds duidelijker afgetekend zag rondom zich. Hij vroeg om de draad na al die jaren weer op te pikken, het te proberen, en of ze eens konden afspreken. Hij sloot af met naam, adres, email. 

Viktor ademde weer. Dit is wat hij over zijn vader wist. Hij dacht niet dat zijn moeder het lef had hierop in te gaan, nee, dat zou ze nooit doen, gedane zaken namen bij haar geen keer. Maar Viktor wou meer. Hij zou met hem afspreken, in naam van zijn moeder. Die man moest toch weten dat hij een zoon had? Dat hij wellicht net voor de zwangerschap de vlucht koos. Hij moest toch weten dat het gewone niet altijd een sleur blijft, maar steeds beweegt en soms vervliegt, net als water. 

Viktor klapte zijn computer open. 
 

 
Het routeplan dat Viktor voor het opstappen van de loketbediende had gekregen, vertoonde na een rit van een uur en twaalf minuten nieuwe grenzen. Na tig keer vouwen en ontvouwen werden stad en noordwijken in vlakken verdeeld die dreigden te scheuren. Het plan toonde straten waar hij nog nooit was geweest en hun namen kwamen niet overeen met wat Viktor door het bekraste glas zag. De bus trok zich in de met fabrieken volgestouwde Lijsterlaan ronkend op gang naar de laatste halte, samen met Viktors hoop zijn biologische vader alsnog te ontmoeten. Hij zal zich toch niet bedacht hebben? Het eindstation naderde en de laatste medepassagier was zonet verdwenen. Zou híj zich vergist hebben van lijn? Hij nam immers niet vaak de bus en wanneer hij het deed volgde hij simpelweg zijn vrienden. 

Telkens Viktor in de achteruitkijkspiegel keek, kruiste zijn blik die van de bestuurder. Toen de man vertraagde en bruusk zijn uitgestoken kin richting Viktor draaide, schudde Viktor haastig zijn hoofd. Hij wou niet stranden aan de laatste halte. De man plantte zich mompelend weer in zijn vertrouwde positie, keek een laatste keer naar de spiegel en zette de bus aarzelend in beweging. Misschien kwam hij pas helemaal op het eind? Net zoals hij al die jaren niets van hem liet weten. Viktor dacht aan wat zijn vader gisteren nog mailde. Hij zou pikzwarte schoenen dragen met daarboven een donkergrijze kostuumbroek en wit hemd. 

En toen zag hij het. Ze waren er altijd geweest, de zwarte schoenen. Vol onwetendheid hielden ze om beurten alles in beweging. Hoe kon hij dit over het hoofd hebben gezien? De dienstlichten van de bus waren al gedimd, maar in Viktors hoofd werd alles helder. Was hij het nu? Een man wiens grijze hoofd door de jaren heen steeds dichter naar het grote stuur plooide. En wat nu? Moest hij opstaan vanuit zijn loge om deze arme man van het toneel te halen, hem de deur uit te trappen en de straat opstampen? Moest hij hem werkelijk vertellen hoe de vork in de steel zat? Of moest hij alles laten zoals het was en bleef de man enkel achter met de ontgoocheling zijn oude liefde niet te hebben ontmoet?

De bus draaide de sorteerplaats op, schoof door bundels kille ledverlichting en sloot zich aan in een rij lotgenoten. Met ruwe bewegingen vulde de chauffeur zijn rugzak. Een witte roos werd geknakt door een nog zware brooddoos. Viktor scheurde het routeplan doormidden en wandelde met slome passen richting uitgang. 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

24 jan. 2021 · 19 keer gelezen · 1 keer geliket