Vincent, de onverbeterlijke zelfmoordenaar

26 dec 2021 · 5 keer gelezen · 0 keer geliket

Ik houd wel eens van een practical joke, maar op den duur is de fun er echt af.

We hebben echt wat afgelachen met de Vincent. Ik heb hem leren tijdens een zwaar nachtje in café “De Sportvrienden” op het Kiel.

We geraakten wat aan de klap, dronken wat te veel pinten en amuseerden ons rot met de lokale stamgasten op stang te jagen door ze te vertellen dat we Antwerp fans waren (in een Beerschot café).
Eigenlijk ben ik zo geen voetbalfan, maar het au-serieus van die hardcore voetbalfans op zich maakt de duivel (en geen rode) in me wakker.

Vincent was ook in die stemming, binnengewaaid na een verkeerde tram genomen te hebben en hij had toch even een pitstop nodig, onderweg naar de juiste tram.

Ikzelf was ook in dit voorgeborchte van de hel beland bij vergissing. Mijn tinderdate met een zeer knappe dame bleek niet door te gaan. Hoewel ik op voorhand betaald had.
Ze kon vanavond niet maar zou zeker volgende week tijd maken, mits ik nog een klein bedrag kon storten op haar rekening. Daar moest ik toch eens even over nadenken want ik begon toch wel lichtjes onraad te ruiken.

Dus samen met Vincent aan de toog en ons amuseren en pinten pakken tot in de vroege uurtjes in vooral mannelijk voetbalgezelschap.

Rond halfvier schopte de cafébuis ons eruit en daar stonden we dan, tijd om naar huis te gaan. Trams reden er niet meer op dit onheuse uur en zover woonde ik nu ook niet (halfuurtje / 3 kwartier) stappen tot aan het Zuid. Vincent woonde een paar straten verder en daar gingen we, ook niet slecht om de alcohol een beetje uit het lijf te werken. Enkele zedenschendende wildplas beurten later hadden we via het kielpark en de Kolonel Silvertopstraat de brug over de ring bereikt en ik ging vrolijk op kop.

 


Vincent bleef wat achter en keek over de afscherming naar beneden, naar de nu schaarse auto’s die richting Nederland reden.

“Zal ik eens een goede grap uithalen”, zei hij, tamelijk ernstig

“Ik ga hier naar beneden springen, los voor zo’n auto”

Ik was nog maar net begonnen met lachen (hoe moet je anders reageren) of hij was de leuning al overgesprongen. Splut op de rijweg, en nog een handvol auto’s erover.

Chaos, klutsende auto’s, piepende remmen en even later gevloek, gehuil en getier.
Ik was het nog even aan het aankijken, maar begreep toch de humor niet echt. Een beetje van de wijs toch, en ontnuchterd, bereikte ik na een kwartiertje mijn woning.
Een goede roesslaap die niet echt uitmondde in een kater (goed verzorgde tapinstallatie in dat café) bracht me naar de volgende dag.

Ik had die maandag de krant toch maar gekocht en er stond een klein artikel in over het incident met Vincent, geen namen, vaagweg.

 


Nog twee dagen gingen voorbij en ook de eerste schok, ik had buiten die paar plezierige uren ook niet echt een emotionele band met Vincent.

Toch besloot ik uit nieuwsgierigheid eens langs zijn appartement te gaan. Hij had me verteld dat hij huurde op de hoek van de Gerlachekaai en de Luikstraat, bovenste verdieping. Maar misschien was dat niet waar. Ik trok mijn stoutste schoenen aan.

 


Onderweg naar daar nog een heel avontuur beleefd met in de hoofdrollen een sinaasappel, een parkeerwachter, een dode duif en een (helaas reeds) gebruikt condoom in het parkje naast de speeltuin aan de gedempte zuiderdokken maar dat verhaal ga ik jullie even besparen.

Ik belde aan op de bovenste parlofoonbel waarop stond Vincent Van Haren. Even later een krakende, verre, doffe stem.
“Hallo”

“Ik ben een vriend van Vincent, en ik was er bij toen hij van de brug over de ring sprong, …”

Nog voor ik mijn zin kon afmaken weerklonk een Bzzz en ging de deur open.

Geen lift pff… ik maakte al bijna aanstalten om terug te draaien maar mijn nieuwsgierigheid was toch groter. Uitgeput kwam ik boven aan, de deur van het appartement stond op een kier. Ik stapte binnen en tot mijn grote schok zat hij daar doodgemoedereerd in de sofa een enorme spliff te rollen.


“Helpt een beetje de pijn te verzachten”, grijnsde hij

“Jeez, ik heb je zien te pletter storten, je verhakkelde lijk op de autostrade gezien.. dit is toch onmogelijk.”

“Tja, wat kan ik zeggen : ik ben een freak, ik heb een soort genetische afwijking, een superkracht. Ik doe zo’n dingen, enkele uren later word ik terug wakker en genees helemaal. Naargelang de ernst van mijn verwondingen, enkele uren tot enkele dagen. Deze keer was het wel nasty, ze hadden me dan ook nog in zo’n diepvries dodenschuif gestoken.”

“Pff man”, meer bracht ik niet uit, ten prooi aan verwarring.

“Hier neem een trek, het helpt me de pijn te verzachten, want pijnloos is het hele proces niet, goed gelachen toch nee”

De laatste keer dat ik een joint heb geweigerd was als prille tiener bij een alleenstaande oudere (toen was in de dertig al oudere natuurlijk) dame waar ik moest logeren omdat mijn ouders naar een trouwfeest moesten. dronken en serieus high bood ze me die aan terwijl ze haar weke borsten alvast ontblootte. Nope, ik had geen zin in beide dingen. Vijf minuten later viel ze ronkend in slaap.

Wat blikken Jupiler en vele verheffende trekjes van het prima spul later was ik al terug helemaal de oude en kon ik er ondertussen ook al goed om lachen.

Ja, ik geef toe de weken en maanden die volgden, nog veel gelachen en plezier beleefd met Vincent, die willekeurig zijn practical joke deed.
Die keer in Onze Lieve Vrouwe toren, halverwege de trap had hij zich opgehangen, de boze Japanse toeristen moesten rechtsomkeer maken zonder de klokkentoren te bereiken. Lachen man.
Aan de Sint Anna plage, verdrinken in de Schelde voor de ogen van tientallen goudbruin gebakken senioren. Gieren, jazeker.

Onderweg in de Nationalestraat, nabij het modepaleis, onder de tram. Panikerende en ontredderde tramchauffeur en passanten. En ik maar lachen, terwijl mensen me boos aanstaarden.

Toen die bende ons ‘s nachts wou overvallen aan de Scheldekaai ter hoogte van de kleine tunnel. Volgens hen moesten we ons geld aan hen afgeven en onze kredietkaart code. Die kerel met zijn mes vlakbij je neus dat je vastnam en vervolgens diep in je eigen keel stak. Die blik in zijn ogen. Hahaha. Nog nooit iemand en ook zijn kompanen zo snel zien wegrennen.

Die keer dat je jezelf tussen de roltrappen van de Premetro ter hoogte van Opera had gewurmd. Lol .. Toen had je wel even langer nodig om te helen.

Ja, zo zijn er wel nog een tiental “incidenten” geweest en ik vond het niet erg, altijd dezelfde grap. Herhaling kan ook grappig zijn. Maar de laatste keer ben je echt te ver gegaan.

 


Ik had Tinder opgegeven wegens te kostelijk maar was gewoon in mijn stamkroeg een knappe brunette tegen het aangename lichaam gelopen. Het was al een stuk in de nacht, ik was wat wazig en de “Bal Marginal” was nu ook niet direct de meest romantische stek. Ik kon haar telefoonnummer ontfutselen met het oog op een intiemer onderonsje in een gezellig restaurantje.
Vincent was natuurlijk niet uitgenodigd, die stond wat verder in gedachten met zijn ogen op zijn bier gericht.

Ik had nog een Bongo bon “Romantisch dineren” liggen, Annick gecontacteerd (dat was haar naam) en enkele dagen later gereserveerd. Ik keek er echt ongelofelijk naar uit.

Die avond liep alles perfect. We hadden de obligate aperitief van het huis (gratis met mijn bongo bon) al achter de kiezen en waren in blije afwachting van het voorgerecht. Ik liep op wolken, wat een mooie vrouw, ze lachte veel met mijn opmerkingen en ik voelde ook een connectie. Dit kwam echt goed.

En toen, toen kwam Vincent het restaurantje binnengestapt. Ik zat met mijn ogen gericht op de deur en hij slaakte een kreet van herkenning.
“Ha, jij hier” riep hij

Ongevraagd kwam hij erbij zitten en ondanks de tegenzin die uit mijn gelaatsuitdrukking moest blijken stelde hij zich voor als goede vriend van mij bij Annick, vroeg hij de kaart, bestelde ook een aperitief en mengde hij zich in het gesprek. Niet ok.

Ik begreep niet hoe hij erachter was gekomen dat ik hier was met mijn date, maar er zijn dingen die je als je jezelf vriend noemt, gewoon niet doet. De synergie tussen mij en Annick koelde vanzelfsprekend af. Oppervlakkig keuvelend voltooiden we onze maaltijd. Misschien kon ik de avond nog redden en vragen of Annick nog even meeging naar een café in de buurt of naar mijn woonst ? Zonder Vincent, vanzelfsprekend.

Ik rekende alvast een bescheiden bedrag af (viva Bongo) voor ons beiden en Vincent was toevallig ook klaar met eten. Hij ging aan de bar afrekenen en ik stond op het punt om Annick te vragen om de avond onder ons twee verder te zetten.

 

En dan, ik had het kunnen weten, een ijselijke gil vanachter de bar. Vincent met een vleesvork die hij van de afwasstapel had genomen, door zijn oog tot diep in zijn schedel. Gegil. Annick in alle staten huilend

“Je vriend, help hem..”
De vrouw achter de bar stamelend en huilend.
“Hij had blijkbaar geen geld genoeg bij en was keigegeneerd…” De rest van haar relaas ging snikkend verloren.
Zo zie je maar dacht ik in een flits ; bongo bons.

Maar het was om zeep, deze keer lachte ik niet maar was behoorlijk pissig. Ik liet Annick daar radeloos achter. Ze begreep niet waarom ik niet naar mijn vriend omkeek. Ik probeerde haar nog te overhalen om mee te komen. Tevergeefs…

Later heb ik haar nog telefonisch proberen te contacteren maar ze negeerde mijn oproepen of had me geblokkeerd.
Ze zou trouwens de waarheid over Vincent nooit geloven. Niemand.

Nope, Vincent is mijn vriend af, sindsdien is mijn sociale en relationele leven sterk verbeterd. Hopelijk kom ik hem nooit meer tegen.

 

 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

26 dec 2021 · 5 keer gelezen · 0 keer geliket