De geur van onze vorige vliegpartij hangt in haar krullen.
Ik beeld het mij in als een film die ik in mijn hoofd laat afspelen.
Ik ken haar ondertussen al een jaar of vijf, maar iedere keer opnieuw vervaagt de herinnering wanneer ze de deur achter zich sluit.
Omdat ik makkelijk overspoeld word door indrukken, komt Ilse iedere laatste donderdag van de maand naar de instelling.
Zo hoef ik niet weg te gaan uit mijn vertrouwde omgeving.
Geen bus te nemen, niet door drukke straten te wandelen of mensen aan te spreken waarvan ik niet weet wat ze van mij willen.
Vandaag is donderdag.
Ilse is zoals steeds gekleed in haar stewardess pakje.
Ik ben weg van alles wat met vlieghavens te maken heeft.
Omdat ik niet zo goed met geld overweg kan, zijn haar bezoekjes op voorhand geregeld door mijn ouders.
Om het toch echt te laten lijken betaal ik met een zelfgemaakt vliegticket.
New York en Monaco zijn voor een volgende keer.
Ilse staat naakt voor mij.
'Gaan we vliegen?' vraagt ze.
Ze weet dat ik het woord 'vrijen' vies vind.
'Als ik de commandant mag zijn' zeg ik.
Ik lig op mijn rug.
Ilse zit op mij, beeldt uit hoe de reddingsvesten zichzelf opblazen.
'Come on my commandant you can do it'.
Ze neemt mijn handen vast.
Brengt ze in wiegende bewegingen tot bij haar borsten.
Laat dan los.
We stijgen op.
'This is your captain speaking' zeg ik.
Mijn vingers glijden in haar nek, naar de achterkant van haar hoofd.
Ik land op rood krulhaar.
'Mayday mayday' roept ze.
De geur van een nieuwe vliegpartij hangt in de kamer.