Wollige witte wolken drijven voorbij. Ik wil
ze als kussen gebruiken of zachte matras.
De vroege vlucht doet me dommelen, dutten.
Ik slaap net niet. Een stem vraagt wat ik wil drinken.
Ik zeg cola. Dat is er niet. Water dan.
Vervolgens kleine bakjes met één aardappel, twee wortelen, iets
wat kip zou moeten zijn
geplet
tussen twee andere passagiers wil ik hier weg.
De enige uitweg is de wc.