Hoog vanuit mijn kantorentoren, zie ik je plots voorbij fietsen. Beneden op de straat. Hoe kan dit? Zolang geleden? Na al die jaren? Een vonk wekt de stroom weer op en zet een aaneenschakeling van reacties in gang. Mijn hart bonst een versnelling sneller. Het vuur in mijn buik laait op. Een stroomversnelling van energie golft binnenin naar alle kanten. Ik krijg het warm en koud. De verliefdheid gutst doorheen mijn hele lijf. Dit was toch voorbij? Deze plek in mijn hart was koud, verlaten en donker. Hier, is de stroom toch afgesloten?
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.