2. ... is altijd beter

Kat.
16 okt 2024 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

De dieven tilden de jongen op hun schouders en scandeerden zijn naam. De kleintjes holden, compleet opgefokt door het gedoe, dansend en gillend tussen de anderen door.

'Oh, zet hem neer. Ik wil hem ook eens knuffelen. Jullie kleine rotzakjes kunnen hem niet zo opeisen.'

'Alex!' De jongen was schor. Hij hinkte richting de open armen van zijn beschermengel en dook de veiligheid binnen. De jongen klemde Alex' shirt vast. Hij huilde. De stilte op de binnenkoer zinderde van ongemak en medeleven. Alex liet hem los, legde zijn beide handen op de wangen van zijn vriend en keek hem diep in de ogen.

'Doe dat nooit meer, jochie.' De dieven herhaalden prompt zijn woorden tot Elion lachte. Cornélia slikte een krop weg. Dat was ze vergeten. Hij was één van de weinigen die echt nog luidop, vrolijk en oprecht lachte.

'Je wordt sentimenteel,' berispte ze zichzelf streng. Ze schraapte haar keel, een zacht geluidje maar op de binnenplaats van het Rozenhuis viel alle vrolijkheid stil. Alex draaide zich om. Elion keek op.

'Mevrouw.' Hij zwaaide, nog steeds in de greep van de euforie en ze onderdrukte een glimlach.

'Elion, schat, blij om je terug in ons midden te hebben. Kom maar naar boven.' De jongen knipperde met zijn ogen en wisselde een blik met Alex. 

'Laat hem toch eerst douchen,' bromde de muzikant. 'Hij stinkt uren in de wind.' Elion grinnikte en pulkte aan zijn shirt. Als ze zich niet vergiste droeg hij hetzelfde shirt als op de dag van zijn vertrek. 

'Jij hoort hier niet eens te zijn, Alex. De laatste maal ik het controleerde, woonde jij hier niet meer,' maakte Cornélia een eind aan het gegiechel. 'Elion, in mijn kantoor. Nu graag.'

'Ja, mevrouw.'

Hij boog zijn hoofd. Met zijn handen diep in zijn zakken gepropt verliet hij de binnenkoer en dook het gebouw binnen.  Ergens in de oude villa knalde een deur dicht. Hij nam nooit de tijd om die met respect te behandelen. Vijf tellen later schuifelde hij onrustig heen en weer voor haar kantoor. 

'Kom toch binnen.' Cornélia glimlachte breed en maakte een wijds armgebaar naar het ontbijt op haar tafel. Vol ongeloof bleef hij in het deurgat staan.

'Heb je geen honger?' 

'O, jawel!' riep hij verrukt uit, nog steeds met zijn hand op de klink. 'Is dat voor mij?'

'Nee, gekkie, ik heb hier heel veel jongens onder mijn hoede die grote wedstrijden winnen. Natuurlijk is dat voor jou, Elion. Tast toe.'

'Dank u wel, mevrouw.' Hij kuste haar spontaan op haar wang. In drie maand tijd was hij haar boven het hoofd gegroeid. 'U ziet er trouwens beeldig uit in dat jurkje,' voegde hij er nonchalant aan toe. Het deed haar plezier dat hij het opmerkte.

Hij was uitgehongerd, dat stond als een paal boven water. Hij stortte zich als een das na de winterslaap op het eten. Hij kauwde, slikte, propte nieuw eten in zijn mond, kauwde opnieuw en slikte zonder zich te bekommeren om wat hij in zijn mond stak. Hij at aan een schrikbarend hoog tempo, waardoor Cornélia het vermoeden kreeg dat eten misschien niet altijd voorhanden was geweest. 

'Ben je gewond?' vroeg ze.

'Nee, mevrouw.' Hij scheurde een stuk brood af en kauwde genietend. 'Ik voel me goed, denk ik.' Hij keek haar met open blik aan. 'En u?'

'Ik wat?' vroeg ze lachend.

'Niks speciaals gebeurd terwijl ik weg was?'

'Nee hoor, we redden het ook zonder jou.'

'Hmmm, ik zag Nonaar niet bij de anderen.' Elion speelde met zijn mes.

'Ze is vertrokken,' antwoordde Cornélia monter. De dief verstrakte, hij nam haar vol argwaan op voordat hij het mes neerlegde.

'Vertrokken? Zomaar? Dat is vreemd. Waarheen dan?' vroeg hij op onschuldige toon zonder zijn ogen af te wenden. Hij kende de gang van zaken maar soms wilde hij het gewoon niet geloven, dacht ze vermakelijk. Ze wuifde het weg.

'Elion, we hebben het er later wel over.' Cornélia hopte van de vensterbank en koos een plekje om tegen de tafel aan te leunen. Ze hield haar hoofd schuin zodat ze hem helemaal kon keuren. Hij zette het glas melk neer, leunde wat naar achter om haar te kunnen aankijken. Zijn ogen stonden vermoeid. Hij schonk haar een onschuldige, charmante glimlach. Ze glimlachte onwillekeurig terug. Ze vroeg zich af wie hem geleerd had om zijn charme uit te spelen. Drie maand geleden had hij dit niet onder de knie gehad. 

'Is er iets, mevrouw?' Behoorlijk zelfzeker voor een zestienjarige snotneus, vond ze. Deze versie had de wereld geproefd, zijn eigen talenten ontdekt en misschien nog een hoop dingen die ze niet wist. Drie maand lang had hij opgetrokken met wereldwijze smokkelaars. Ze vermoedde dat hij heel veel had opgestoken. Hij bewoog met het gemak van een puber die eindelijk wist hoe een lichaam behoorde te functioneren. Ondanks de doorstane ontberingen van de afgelopen maanden, zat er een jongen voor haar die goed in zijn vel zat.

'De tocht heeft je goed gedaan, Elion,' glimlachte ze. De fijne glimlach maakte plaats voor een schaterlach. Hij schudde van het lachen, ineengedoken op zijn stoel, met zijn hoofd op zijn armen. Ze ervoer bijna de onweerstaanbare drang om met hem mee te lachen. Cornélia's mondhoek trilde gevaarlijk.

'Nu hoor je 'dank u' te zeggen, dat wat een compliment,' zei ze behulpzaam. Hij veegde zijn ogen af aan zijn mouw.

'Dank u,' hikte hij nog na. Na een tiental minuten had hij het hele ontbijt weggewerkt en leunde voldaan achterover. Hij sloeg zijn blik naar haar op, rommelde zonder het oogcontact te breken in zijn rugzak en toverde een klein, glazen potje uit een zijzakje die hij weloverwogen in het midden van haar tafel zette.

'Uw prijs, mevrouw,' zei hij zacht. Ze draaide het rond en rond tussen haar vingers, de inhoud zei haar niks: een helderblauw sliertje in een beetje groenachtig water.

'Moeilijkheden gehad?' Ze zette het netjes terug en monterde haar jonge werknemer. Elion zat onderuitgezakt, in gedachten verzonken. Hij had een hoop belevenissen op een rij te zetten. 

'Zo hier en daar,' gaf hij toe. 'Het is een druk wandelpad.'

'Mensen?'

'Ja, natuurlijk,' antwoordde hij zacht, op een toon die suggereerde dat iets anders onmogelijk was en zij dat nu eenmaal hoorde te weten. 

'Zijn jullie gezien?' Hij knikte met tegenzin en balde zijn vuisten. 'Dus je hebt gevochten?' zuchtte ze. 

'Niet mijn schuld, mevrouw. Ik heb er een hoop blauwe plekken aan overgehouden,' zei hij, onmiddellijk defensief. Ze glimlachte, niet alles was veranderd. Ter demonstratie sjorde hij zijn shirt omhoog en porde droevig in de beurse plekken. Hij zat inderdaad onder de nauwelijks geheelde schrammen en blauwe plekken. Het liet haar koud.

'En de mensen?' Cornélia dacht aan de bureaucratische ramp die dit met zich zou meebrengen als de mensen het onderspit hadden moeten delven. 

'Geen idee, we zijn niet blijven rondhangen om te polsen naar hun welzijn. Er zijn geen doden gevallen, dat weet ik wel.' Hij lachte breed bij het idee alleen al. 'Mensen gaan niet zomaar rondbazuinen dat ze op de vuist gegaan zijn met groene mannetjes. Dat is slecht voor de reputatie.' Hij sprak snel, op luchtige toon, alsof het hele gedoe niets meer was geweest dan een akkefietje. Meer zou hij niet lossen, wist ze. Drie maand op zwier, er kon van alles gebeurd zijn maar hij had het samengevat in een handjevol volzinnen. Cornélia hoefde het niet te weten: de prijs glinsterde daar op haar bureau, al de rest was bijzaak.

'Als je niks meer te zeggen hebt, mag je beschikken. Ga douchen, kruip vroeg in bed. Zo van die dingen.' Ze wapperde met haar hand, richting de deur. Elion veerde zo snel overeind dat zijn stoel omsloeg. Hij draaide zich pijlsnel om en greep de leuning nog voor die de grond raakte. Hij zette de stoel keurig recht.

'Mijn excuses, mevrouw,' mompelde hij, met zijn ogen op het dure tapijt gericht. 

'Blij om terug te zijn?' Ze negeerde het voorval. Ondanks zijn snelle reactie was hij langzamer dan dat ze van hem gewoon was.  Zijn gezicht bloeide open. Het was geen geheim dat Elion heimwee had als hij ook maar een voet buiten Grensstad zette. 

'Jazeker mevrouw, ik heb thuis gemist,' gaf hij gewoon toe. Ze herinnerde de opmerking van Gildar over de jongens in de schuilwilg.

'Zal wel.' De verwarring op zijn gezicht deed haar plezier. Ze wist iets, zag hij, maar hij had geen idee waarom ze zich zo vrolijk maakte. 

'Euhmm, mevrouw, mag ik iets vragen?' Hij schraapte aarzelend zijn keel en woelde door zijn haren tot het in vettige, rode pieken rond zijn gezicht stond. 

'Nog maar terug en al eisen stellen, Elion?' vroeg ze plagend. De jonge smokkelaar sloeg haastig zijn ogen neer. Cornélia vond van zichzelf dat ze in een uitmuntende stemming verkeerde. 'Zeg maar, wat ligt er op je lever?' Zijn ogen sprongen verrast open.

'Wel, het is geen grote eis. Maar kan ik morgen uitslapen?' Het verlangen in zijn stem raakte toch een gevoelig snaartje. 

'Zo moe?'

'Een beetje slaaptekort. Als ik de laatste zes dagen samen tien uur geslapen heb, dan is het veel.' Hij zwaaide met zijn hand en keek er verbaasd naar. 'Alles gebeurt in vertraging.'

'Natuurlijk, lieverd. Neem maar enkele dagen vrijaf.' Ze legde haar hand op zijn onderrug en kuste hem op zijn wang. 'Slaap maar eens goed uit.'

'Dank u, mevrouw.' Hij maakte zich snel uit de voeten. Cornélia leunde tegen de vensterbank, met de wind in haar rug en dacht na. Haar ogen keerden terug naar het potje op haar tafel, het was een belachelijk klein ding en het sierde Elion dat hij het gevonden had. Het was het bewijs dat de Liga de beste smokkelaars had. Deze avond, zo wist ze, stond er een rijkelijk bedrag op haar rekening. Ze rekende uit hoeveel ze Elion moest geven en haar gezicht betrok maar Cornélia was altijd eerlijk met haar uitbetalingen.

'Hey, je hebt gewacht. Bedankt.' Cornélia schoof wat opzij zodat ze uit het zicht bleef. Elion verscheen in de tuin, in een vers hemd en verse broek, zijn haar nog nat van de douche. Alex veerde overeind om hem te begroeten. 

'Kom hier, jochie. Ik ben ziek geweest van de zorgen.' Beide jongemannen stapten in elkaars armen, beukten op elkaar schouders en lieten elkaar toen, breed lachend los. 

'Kunnen we nu gaan?' vroeg Elion, met een diep verlangen in zijn stem. 

'Heb je hem gemist?'

'Meer dan dat ik hem ooit zal zeggen,' grijnsde Elion. 'En jij vertelt het hem ook niet voordat hij zich dingen in zijn hoofd haalt.'

'Hij lijkt me niet het type om dingen in het hoofd te halen.'

'Voor ik daar met mijn verliefde botten in zijn armen val, moet ik iets weten? Drie maand is lang. Ik wil mezelf nu niet belachelijk maken.'

'Wil je weten of hij een ander heeft?' Alex bleef serieus, het sierde hem. 

'Ja, dat is precies wat ik wil weten,' bromde Elion.

'Elion, jongen, je hebt de meest trouwe ziel van heel Grensstad het hoofd zot gemaakt. Je mag op beide oren slapen. Hij heeft braaf op je gewacht, met smachtende ogen en diepe zuchten. Hij kraste waarschijnlijk iedere avond jouw naam in de muur boven zijn bed en vroeg de sterren om je te beschermen.'

'Idioot.' De woorden deden hem zichtbaar plezier. 'Oké, dan. Ik ben klaar.'

'Na u.' Alex tikte met zijn voet tegen de poort, liet die openstaan en maakte een diepe buiging. 

 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Kat.
16 okt 2024 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket