WALKZ WITH ME

Lene Dos
15 apr. 2021 · 6 keer gelezen · 0 keer geliket

Avelgem, 1 maart

We stappen - we trappen - we stappen, al bijna een jaar lang. Vandaag belandden we aan de oevers van de Schelde, waar het water sterren tovert en witte vogels ons verdoven in miezer en mist. We zijn op zoek naar overstromingsgebied, dat maakt het makkelijker naar een reddingsboei te grijpen. We vinden een speelplein met een kunstwerk dat naar oorlog verwijst maar me aan voetbal doet denken. Verder alleen lieflijke snoeten in het natte zand. Een moeder somt er dinosaurusnamen op, de wetenschappelijke én de bijnamen, terwijl mijn dochter de equivalenten begraaft in het zand. Er valt niets meer aan te wijzen, alleen nog te redden van de verstikkingsdood. Gelukkig is Vader Dino brandweerman. Er is water, maar niet daar waar je het verwacht. Er is mosterd, er is kaas.

Even verderop, aan de achtergevel van het plaatselijke rusthuis, zitten drie denderende figuren in een strandstoel naar het landschap te kijken. Of we wisten dat dit het rusthuis is met het mooiste uitzicht van Vlaanderen? Ik vraag me of dit een feit of een verzinsel is. Dat Hij 1 vroeger langs de Schelde naar Gent fietste, naar Doornik, naar Dendermonde. Hij 2 vult aan dat hard trappen toch zo een deugd kan doen, wind en wolken in de haren. Zij heeft het meer voor stappen. Mijn dochter voor voetballen.

We komen aan een achtertuin waarvan het huis zoek lijkt. Er is een kip en een vrouw aan een picknicktafel. Ze vertelt mijn dochter, breed allitererend, dat het een ‘knuffelkip’ is. Het imponeert niet. Ze verzint bergen om contrast te creëren en opent de sluizen. Wij duiken onder een brug waar de enige kleur die van afbladderende graffiti is. Mijn dochter houdt een ei met een embryonale dino erin in haar hand geklemd. 

 

Dadizele, 20 maart

Dat Jezus aan het kruis ging eindigen, had ze niet verwacht. Mijn dochter zoekt in alle kerken al bijna vier maanden lang naar de onschuld in de kribbe. Maar zelfs hier, in een basiliek, komt ze van een kale reis terug thuis. Negenhonderd glasramen bieden niet genoeg verlichting voor haar stille verdriet. Ik neem haar gebroken hart bij de hand. We stappen, we stoppen, we stappen.

In het park dat de basiliek omgeeft: hyacinten, rozen in de knop, een lege fles cognac met mos erop. Alcohol blust de pijn, maar dat weet onze dochter nog niet. Zij speelt bloemenmeisje.

We wandelen langs zandpaadjes en achtertuinen. Het schemert en Jezus is nog steeds niet thuis. Tegenover de basiliek staat een huis van meer dan een miljoen euro te koop. Mijn dochter komt tot rede: “Jezus slaapt aan dat kruis denk ik, mama”.

Wandel met mij. Wandel met mij. Het is al wat rest.

 

Sommière, 1-4 april

 

de grote hond, de lege school,

de kleine hond, de man op de dool

de verlaten bushalte, de pony’s op ‘t pad

de vrouw met de bezem, de boom zonder blad

 

de dagen geven we sterren, de nachten kleuren we rood

we eten te prille aardbeien en bakken bijna zelf brood

we ontdekken een slager met nog bloed aan zijn hand

een kasteel met een berg en een bos en een strand

 

een vrouw neemt me mee naar een rivier in het bos

ze bepaalt er het noorden door de groei van het mos

ze redt daar een molen van verdrinking van dood

en tovert er mouwloos een gevouwen boot

 

nee, we kunnen niet varen, we hebben geen tijd

de stilte onder water, we staan in het krijt

dochter dringt aan: waarom wel waarom niet

stappen is fijner we zingen ons lied

 

de grote hond, de lege school,

de kleine hond, wij op de dool

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Lene Dos
15 apr. 2021 · 6 keer gelezen · 0 keer geliket