Ik was toch wel even vergeten hoe druk het is om een pup in huis te hebben. Kaatje woont nu bijna vier weken bij mij en ze houdt mij en Stef heel goed bezig. Het is een enthousiast en heel nieuwsgierig meisje. Ze stapt overal op af en heeft nog niks ontdekt waar ze bang van is. Ik kan er uren naar kijken. Gelukkig heb ik toch heel veel hulp van Stef, hij speelt en corrigeert en leert haar onbewust een heleboel dingen.
Maar ach, het gaat allemaal niet vanzelf hoor. Als ik thuiskom, moet Kaatje eerst naar buiten. Niet eerst even je tas neerzetten en je jas ophangen, nee, Kaatje uit de bench en hup, naar buiten. Want ze doet het heel goed, maar als ze een tijdje in de bench heeft gezeten en ze komt je enthousiast begroeten, tja. Dan wil ze nog wel eens vergeten dat dat plasje toch echt buiten moet. En dan ga ik weer, met mijn keukenrol en mijn chlorixdoekjes.
’s Nachts slaapt ze inmiddels bijna door. Maar de eerste week moest ik er toch echt twee keer per nacht uit. Sta je dan, op je slippers en in je badjas, in het donker. “Heel goed meisje, grote plas gedaan.” En maar hopen dat de buren niet toevallig ook even wakker zijn.
Ze begint zich ook al erg zeker te voelen. En daardoor probeert ze ook steeds meer hoe ver ze kan gaan. Superleuk, om rond te zwieren aan de rokken van het vrouwtje. Ik vind het minder, vooral als ik de stof hoor kraken. Dus “los!” en een snoepje onder haar neus. Toch probeert ze dan stiekem in mijn hand te bijten, want dat zwieren is leuker dan dat snoepje. Kleine heks. Ze probeert echt een plekje op te schuiven in de roedel.
Toch, als ik dan ’s avonds zit, televisie kijk of een boek lees, en ze komt dan bij me staan om op schoot te mogen, dan kan ik haar moeilijk weerstaan. En als Stef dan lekker ligt te tukken op de bank, mag Kaatje op schoot. Zo’n klein hondje dat dan haar neusje onder je oksel stopt en lekker in slaap valt. Het is te lief.
Dus ik heb het ervoor over. En, zoals een collega me terugpakte met mijn eigen woorden, je krijgt er zoveel voor terug…..