..wat mij ertoe bracht
die avond een geur aan te doen,
mijn kleren recht te trekken en in de spiegel te kijken en te denken dat
wat mij ertoe bracht de fiets te pakken
het donker van de avond in te rijden
de stad door
op zoek naar een plek waar de liefde ook komen zou
wat mij ertoe bracht
zelfs te denken dat
het bracht mij wachtend met een glas in de hand naar een tafel waar zij
zij
het bracht me naar haar
zij en ik aan een tafel
een vreemdsoortige bekende
een ontmoeting
wij
wij gingen al pratend de avond verliezen in de nacht en vonden een ochtend aan een water en ik dacht nu moet ik wel dromen maar zij zei
sst…
dan gaan we…
maar ik dacht zal ik je kussen, want je lippen, ja ik dacht dat
maar dat kan toch niet
niet hier
niet nu
ik wilde wel haar daar ontmoeten, maar wat ons ertoe bracht
daar te zijn
was al zo mooi
zo nieuw
dat ik dacht nooit woorden te vinden
en ook nu ik kan het niet precies vertellen
gedachten grote, tuimelen over elkaar heen en ik weet dat de dag daarna een soort licht over zich kreeg
zo mooi, licht
dat kan een mens niet geloven
al was het zo
ik droomde niet
ik was wakker
al durfde ik haar alleen nog niet nog aan te kijken