bienvenue, wilkommen welkom welcome
I start first in english because you know they won the war, and as you see this exposition is
about world war I
(nu komt dus een stukje Prince mijne all time favoriete)
my name is katinka arnardo.
i am an art critic
Rosalie asked me to be here. and talk to you, and reflect with you about here work.
so,
Dearly beloved
I think We are gathered here today
to get through this thing called life
Electric word life
It means forever and that's a mighty long time
But I'm here to tell you
There's something else
The afterworld
lady’s and gentleman,
there is A world of never ending happiness
You can always see the sun, day or night
So when call up your doctor in Brussels
Instead of asking him how much of your time is left
Ask him how much of your mind, baby.
Cause in this life
Things are much harder than in the afterworld
In this life
You're on your own
and I am not gonna talk anymore in english
ik ben Katinka Arnardo, kunstkritikus van het weekblad kut kult kunst
in english kiss cult art
u ziet aan mijn haar dat ik mijn werk zeer serieus neem. ik pas mij namelijk aan aan het werk van de kunstenaar en ik heb hier geluk want ik mocht hier mijn lievelings kleur gebruiken. ( Kaat met elektriekblauwe pruik)
toen ik twee weken geleden een lezing hield over Luc Tuymans dan had ik een bijvoorbeeld grijze pruik. Ik vond het belangrijk om helemaal mee in zijn werk te vervagen. ik vind het belangrijk dat je merkt dat ik de kunstenaar helemaal snap
het gaat hier zeer duidelijk om het gebruik van kleur:
voor mij is kleur primordiaal in kunst.
kleur is “sesam open u”, kleur is vibratie, kleur glinstert.
kleuren geven me informatie over mijzelf en anderen.
ik wordt daar echt lyrisch over:
wanneer ik me in een blauwe kamer bevind, mijn lievelingskleur, en een soort lichamelijke gewaarwording voel, weet ik dat er voor mij in die kleur informatie verborgen ligt.
Het is alsof blauw met mij in contact probeert te komen, mijne plexus solaris trekt dan samen en iedereen ziet aan mij dat ik in contact ben met de ruimte, met de schilderijen, ik zweef en voel wat de kunstenaar heeft bedoeld.
ik doorleef dat, ziet ge ik wordt dan kunst, één met enfin, een installatie of ne gekapte steen, het doet er niet toe, maar hier dus op deze tentoonstelling, kan ik me vereenzelvigen met dat kanaal, want ja het is een lied, een taal, een geheugen van iets van een verleden in kleur gezet, ik wordt daar zo gelukkig van
maar bon
radeloze Rosalie heeft een hele expositie bij elkaar geverfd een hele zaal met rood en groen en recht en rond en gevoelig gekweld bezeten. En daar wij van het leven van Rosalie weten dat het een kosmische strijd om de kleur en de vorm en de toets en de verfhuid de blabla de bloblo de blauwblauw is, dat ieder stilleven een snauw van wanhoop, ieder portret een sterfhuis van smart is, een kreet en een aanklacht, zijn wij voordat er museale aandacht komt, voor de kunstenaar zijn vragen, en voor de pers hier lucht van krijgt komen kijken, of zij nu nog leeft en haar beide oren heeft,
en ja hoor
Rosalie wilt zoals elke kunstenaar het betaamt als klassiek opgenomen worden in de heldengeschiedenis van kunst en cultuur maar rozalie
Waarom, waarom die wapenstilstand. Het is nochthans nooit wapenstilstand in je hoofd. eh rozalie
Daarop beste gepriviligeerde uitgenodigden heb ik Katinka Arnardo hoofdredacteur en kunstcriticus van het befaamde blad Kut Kult Kunst een antwoord.
de wereld
is een verhaaltje, en wie dat het beste kan vertellen mag de verteller zijn.. en voor alle duidelijkheid.. dat ben ik..
de wereld is een vliegmachine en een vliegmachine dat heeft een piloot...
de wereld is een hond en een hond heeft vlooien,
de wereld is een cadeau, en cadeaus dat koestert ge hoe lelijk dat het ook is.
wereld is pikant schijt... niet naast kijken en zonder grip,
de wereld is een wemelend zoemend bijke en een bij prikt u àls ge uw plek niet kent
mensen die altijd weglopen van bijen... zit gewoon stil.. laat em gerust..
de wereld is druipende honing.. en honing plakt en maakt u dik als het niet juist gebruikt
de wereld is een herfsteblaadje en als ik dat zie vliegen dan wordt ik gelukkig
de wereld is dartel, gul en vrijgevig.
de wereld is goud en golden is silence but my heart can't stop beating this loud loud rythm of glitter and love
glitter and love, love and love, pounding in my body, pumping in my brain
gold gold gold, it is driving us insane
en
gij meneer, gij ziet er een beetje geel uit
dat is een kleur waar ge niet op of onder kunt, zijt gij nu gelijk stuifmeel of zand?
of is het u lever of uw gal.
dat is ok,meneer, sommige mensen vinden geel schoon..
vraag bijvoorbeeld aan een schildpad wat schoonheid is en hij zal zeggen dat dat zijn wijfje is.. haar twee uitpuilende ogen die bijna uit haar kop springen
vraag het aan een boer en hij zal misschien twijfelen tussen de kont van zijn koe of die van zijn vrouw.. vraag het aan mij en ik zeg zeg blauw,
blauw zo flauw dat ge het bijna groen zou noemen, het blauw van een koekoek dat den nacht streelt
het is een blauw dat afscheid neemt omdat het lichter wordt
het is blauw dat gelijk rood is..
daar graaft ik in innig wilt zijn, dat riekt naar welkomen, het doet mij doet zoeken naar de tetten die ik nooit heb gehad, snap ge?
het rood van een man die met zijne schuurpapieren baard lichaam belijdt...
of ik die in mijne rode soutien op ‘t zijne rijd.
puntje puntje ijt ijt ijt..
mijn vader zou zeggen: rood dat plak aan mijn kakpapier als ik te veel en te te vol, te graag en met spijt …
rood gelijk een ruwe kaak van’t gefrot van de winter die bijt,
niet het rood van boerebollekeszakdoeken
rood, van schaamte, terechte schaamte voor’t paniek van’t vreemde... bang van de dood met het bloed.. en ge wordt blauw, en blauw dat is het onmetelijk kille gevoel dat ge er bij krijgt...
als ‘t er een soldaat op u rijdt zonder spijt... buktje wuvetje kgo je nar us duwn! hahahaa
dat wil’t zeggen buigt uw vrouwken, kga u naar huis duwen .. jamma...
ik bent efkes kwijt... ‘t ging over de lucht... ‘tging over de lucht..
tging over de wereld.
de wereld hypnotiseert zoals kolen gloeien, en ze houdt u warm aan de stoof.
Rosalie en ik zitten graag aan het vuur, maar niet aan de haard.
wij zijn soldaten
en ge heb het nog niet in de gaten
de uren gaan lang duren
uw deurklinkers gaan verzuren
buren zullen u haten
muren tegen u praten
principes, en kaders en wapens en iets op ijven
zullen altijd onmacht blijven
het is tijd.
tijd voor rare dingen,
tijd om het niet te willen vatten
om te stoppen
want wat als de electriciteit uitvalt.
hooba hooba hooba shakkaa .. hooba hooba
ok, stel u voor we zitten in een kunstgallerij en het is zeer warm en de zaalwachter snurkt zachtjes. En ik werp een blik langs de muren en ik zie handen en ogen en hier en daar verdwijnt een gezicht onder een vlek licht.
Als ik mij naar een portret van Rosalie keer dan houdt iets me terug. Van het doek werpt een soldaat een heldere blik naar mij, hij staat rechtop, heeft het hoofd licht achterover geheld, in zijner handen, tegen zijn kopergroene pantalon houdt hij zijn fallische telescoop gericht en ik kan mij niet aan een zekere bewondering onttrekken niets dat aanleiding geeft tot kritiek.
Grote voeten, smalle handen, brede worstelaarsschouders, een glimmende Hercule Poirotsnor en een helm en een zweem van fantasie.
Een bescheiden elegantie
Hij biedt jullie op hoffelijke wijze de gladheid van zijn rimpelloze geweer en gelaat, de schaduw van zijn glimlach zweeft zelf over zijn lippen.
Maar zijn zwarte ogen glimlachen niet. Hij ziet er vijftig jaar oud uit maar dat is door al die miserie, hij is nog zo jong en fris vijventwintig of dertig.
Hij is schoon, ik zie er van af naar tekortkomingen in hem te zoeken maar hij laat mij niet los. Ik lees in zijn ogen een rustig en onverbiddelijk oordeel en ik begrijp alles wat ons scheid. Het raakt hem niet hoe ik over hem denk,
Zijn oordeel gaat als een zwaard door mij heen. En het trekt mijn recht tot bestaan in twijfel. En het is waar, ik heb er mij altijd rekenschap van gegeven dat ik niet het recht bezit om te bestaan.
Ik ben bij toeval verscheen, ik besta als een steen, als een plant, een microbe, mijn leven zet zich lukraak voort in alle opzichten, het geeft me soms vage tekens en andere keren voel ik niks anders dan een gemurmel zonder gevolg.
Maar voor die soldaat thans dood, is het anders geweest.
De slagen van zijn hart en de gedempte geluiden van zijn organen waren voor hem kleine zuivere en plotseling optredende rechten, gedurende de oorlog had hij zonder in gebreke te blijven gebruik gemaakt van zijn rechten om te leven, om te blijven bestaan. Wat een prachtige zwarte ogen, er gaat niet de minste twijfel door.
Hij had steeds zijn plicht gedaan, zijn gehele plicht als zoon, als echtgenoot, als vader, als hoofd van zijn bedrijf. Hij had ook zonder zwakheid zijn rechten opgeeist: als kind het recht om goed opgevoed te worden in een eensgezinde familie, het recht op de erfenis van de vlekkeloze naam, als echtgenoot het recht om goed verzorgd te worden, het recht om omringd te worden door tedere genegenheid, als vader het recht om vereerd te worden en als officier het recht om zonder gemopper gehoorzaam te worden.
Want recht is nooit anders dan de andere kant van een plicht.
plicht, plicht, plicht is
vullend
en met een hele lange nasmaak.
hmm.. misschien
gelijk gal, ‘tlaatste stukse, tlaatste... en ‘ t begin van ‘als ge niks meer te kotsen hebt’
en
groen
jaaaaa die fosforbommen jong........
zeer bevreemdend allemaal..
ik heb vanalles gelezen en ge zocht naar vanalles om het te begrijpen.
maar vanalles dat zwijnestront en zwijnestront dat stinkt.
en geuren das voor een andere keer.
rosalie houd van bevreemding.. de bevreemding zit in haar kleuren... het roos en het is oranje en het is groen en het is oneetbaar, gelijk electriek, ‘t is lawaai en het blijft tuten gelijk een bom ietske verder van uw bed, het is een even universeel geluid als een geluid van een dampkap. het flitst door ons kop maar het zit niet in ons lijf... of niet meer...
groen is wat de mensen van dromen maar meestal missen.
groen is natuur, en natuur is waar goed en kwaad geen naam meer hebben en waar de mens verdwijnt. voor natuur is een mens zijn kop daar te klein voor.. een mens probeert giftig
maar ons gif dat zit alleen maar in’t kopke en we blazen dat uit gelijk koue lucht en de aardbol die die vangt het op en de wilde woeste blaast het weg en de marie louise gaat op en neer.
De Marie-Louise danst op en neer
Ze gaat dwars door de woeste orkaan
En de huilende wind gaat weer wild tekeer
Maar de Marie-Louise zal nooit vergaan
Lalala....
Maar de Marie-Louise zal nooit vergaan
als je in het midden van een verhaal zit is het eigenlijk helemaal geen verhaal.
maar alleen maar een verwarring, een donker gebrul, een blindheid,een puinhoop van gebroken glas en houten splinters. een huis in een wervel wind of een gezonken marie louise door een ijsberg waar iedereen op dat schip roept en schreeuwt.. stop het stop het.
het is alleen achteraf dat het zoiets als een verhaal wordt. wanneer ge het vertelt tegen u zelf of tegen iemand anders
ik heb een bruin vermoeden dat we allemaal het leven proberen te pakken door elkaar te pakken,
we are all soldiers serving time op een planeet
een bruin vermoeden, dames en heren, dat is een kleur die lijkt op grijs. het is een kleur die triestig is.
het zegt me dat er dan misschien niks zal worden van de menselijkheid en van de liefdadigheid en van de bescheidenheid en van de matigheid, en van de wijsheid en in het zwartst als een half pond lood van op zestighonderd passen afstand wordt afgevuurd, en ik heb van horen zeggen dat als er een half pond lood het lichaam uiteenrijt en sterft in een onbeschrijfelijk lijden.. en als ogen worden uitgebrand en als het ‘t laatste geluid de oergeluiden zijn van vrouwen en kinderen die onder het puin liggen...
dan zijn de kleuren zijn weg!
en dat allemaal om de gril van een paar mensen
en dat is’t.
de vuile handen en het schoon geweten
staakt makkers staakt het vuren
helpt kinderen helpt buren
voedt moeders voedt de monden
heelt vrienden heelt de wonden
sloopt mensen sloopt de muren
staakt makkers staakt het vuren
we zitten in elkaars plek?
nemen een ander zijn stek?
en wat blijft er over?
van een mens gemaakt op een plek die ontploft?
tis kapott kop
op een schammel krukske
een kleine parasiet..
een klein brokstukske
met
een stukske brok
in de keel
in het gat
in het bloedvat
in het hart
in het haar
onder denagels
tussen de tanden
in het snot
uit z’n strot
want
der was weer een aan't sterven
der is gemot
op een muil
stuk tand
der is geschoten
een put
tis geen toneel
tis slecht toneel
tis een slecht stuk
stuk in uw kloten
tzie geel
die blauwe plek
't etterd
kleur kleur kleur
Rothko schilderde eerst kleur en stillekes vervaagden zijn kleuren tot grijs, tot zwart, tot hij zelfmoord pleegde op 67jarige leeftijd.
Zijn kleuren waren weg en dan ging hij.
Niks is zo definitief als de dood, dat is niet erg.
dat is onze enige zekerheid.
het is goud waard
en goud is stilte
en stilte dat geeft toegang
en toegang laat u binnen
en binnen laat u buiten
en buiten kunt ge uw neus snuiten
goed
lieve mensen
dear beloved
Rosalie wilt leven en iconen en kleuren terug, ze ontdekte haar imaginair kleurenpalet en ze wapende zich met fantasie, met fictie, met een penseel, met een dansje, met muziek, dat kan ook de midlifecrisis zijn maar omdat ik haar werk begrijp en hier liever sta met een blauwe pruik in plaats van een grijze, moedig ik jullie aan: dans met ons mee!
en als ge twijfelt dat ge niet durft dansen bijvoorbeeld: twijfel is goed, twijfel kan angst zijn maar angst ook hoop.
En hoop dat is nen berg waar ge over moet klimmen en achter u laten..
en van klimmen krijgt ge dorst, zullen we ene drinken en klinken op het leven?
en het succes.
eigenlijk is hetgeen hier verteld wordt op de vernissage even interessant als de portretten.
Dat is pas kus kult en kunst, dus laat u gaan, ik schrijf wel een zeer beklijvend stuk aan één stuk, stuk, kut, kus kult kunst, kukulekuuu!
Time to wake up and smell the vodka
Santé op wapenstilstand
Skoll
Nasdrovie
campai
cheers
EINDE
X