Junior Journalist- wedstrijd 2017
Camilla Peeters
We drijven uit elkaar
Wat is er precies gebeurd op de grote klimaatconferentie in Parijs eind 2015?
Grote mensen hebben handjes geschud, er zijn veel foto’s genomen, er is goed (en veel!) gegeten en er zijn een paar papieren ondertekend.
Hier is wat er gebeurd is sinds de klimaattop: er zijn nog een paar papieren ondertekend (hoezee!) en…
Dat is het zowat. Ziet u wat er ontbreekt?
Misschien ben ik de enige, maar ik mis de actie of nog belangrijker: het in actie schieten. Het is een bekend feit dat politici goed kunnen praten (lees: discussiëren), maar het schijnt mij dat ze vergeten zijn dat dat niet hun enige taak is.
Als je afspraken maakt, moet je ze ook nakomen. Zo heb ik het althans geleerd.
Mijn ouders hebben mij degelijk opgevoed. Ik heb dus ook geleerd om een probleemstelling op gestructureerde wijze aan te pakken. In de eerste plaats moet je een plan opstellen.
Ik ben zo vrij geweest –gezien blijkbaar niemand anders die verantwoordelijkheid lijkt te voelen- om even een plan op te stellen voor onze wereld. Meer bepaald, voor de mensen op onze wereld.
Stap één: maak de afspraken die je hebt gemaakt concreet en voer ze uit. Met uitvoeren bedoel ik: voer ze nu uit, niet over dertig jaar.
De betonstop is een prachtig plan, maar het is ronduit idioot om het pas in 2050 uit te voeren. Vlaanderen is op dit moment voor twintig procent bebouwd. Dat is één vijfde van al de grond. Als we nog eens dertig jaar wachten, hoe groen zal Vlaanderen er dan nog uit zien?
Of beter: hoe niet-groen zal het eruitzien? Ik weet niet hoe anderen erover denken, maar groen staat de natuur gewoon beter dan grijs. Grijs is zo uit de mode. Denk maar aan de vorige keer dat we grijs hebben geprobeerd, tijdens de eerste industriële revolutie, dat is totaal niet stijlvol afgelopen.
Stap twee: schrijf het volgende zinnetje op in een notitieboekje en leer het uit je hoofd: kapitalisme is niet het enige dat bestaat. Kapitalisme is niet het enige dat bestaat. Kapitalisme is niet het enige dat bestaat. Nu je toch bezig bent, leer dan ook maar: de mens is een flexibel wezen, dat kan veranderen van gewoontes onder druk.
Ik weet ook wel dat het niet leuk is om minder kleren te kunnen kopen, appels uit België in plaats van kiwi’s uit Nieuw-Zeeland te eten, om de lichten niet de hele nacht te laten branden, enzovoort. Dat zal even wennen zijn.
Maar ik weet nog zekerder dat het nog veel minder leuk zal zijn om geen natuurparken meer te kunnen bezoeken omdat er geen meer zijn, om niet meer naar de zoo te kunnen wegens het uitsterven van de meeste exotische diersoorten, om te moeten verhuizen omdat de hele stad is ondergelopen wegens het smelten van de polen en het stijgen van het waterniveau in de oceanen, om geen zuurstof meer te hebben, ...Het wordt dan wel heel moeilijk om nog comfortabel te leven…
Ja, deze opsomming klinkt heel onrealistisch, ‘Dat is toch nog ver in de toekomst?’ zou je kunnen zeggen.
Ooit zal die verre toekomst ‘nu’ zijn voor jonge mensen, kinderen en ouders, mensen zoals jij en ik. Zij zullen niet trots naar de geschiedenis terugkijken. De eenentwintigste eeuw zal in de geschiedenisboeken beschreven worden als ‘de tijd waarin iedereen enkel aan zichzelf en aan geld dacht, waardoor we nu dik in de problemen zitten!’ Er zal voor hen niets anders op zitten dan langzaam toekijken hoe alles rond hen afbrokkelt. Of ze zullen een supersonisch snelle raket moeten bouwen, waar toevallig de hele mensheid in past. Dat is ook nog een optie, al weet ik niet welke van de twee het meest deprimerend klinkt.
We drijven uit elkaar. Als grote continenten staan we daar.
Wij en zij. Zij en wij.
Zolang de autoriteiten maar het overwicht hebben en alles beter doen. Met beter doen bedoelen ze dan papieren ondertekenen, die dan opbergen in de onderste lade van hun bureau en erover zwijgen.
Het is natuurlijk ook niet eerlijk om de schuld helemaal bij de politici te leggen. Het is verbazend hoe weinig mensen zich realiseren hoe veel macht ze zelf hebben. Een grote groep- ‘gewone’ mensen- kan werkelijk bergen verzetten. De macht is aan het volk. Als de eerste minister zeer goed let op zijn energieverbruik zal dat nog steeds minder effect hebben dan wanneer een hele bevolking(sgroep) een beetje meer op zijn energieverbruik let, ongeacht hoe bekend die minister ook is. Met onze acties stemmen wij. Met onze acties oefenen wij macht uit. De macht is dus, zonder voorwaarden, aan het volk. De macht is ook aan de groep die zichzelf het meest onderschat: de jeugd. Helaas lijdt de jeugd aan een chronisch doemdenker syndroom: we zijn er zo van overtuigd dat we zullen falen in wat we eigenlijk willen doen, dat we er al niet meer aan beginnen. Wij moeten echter niet onderdoen voor de ‘big guys’. Niet over denken, maar doen. Dat zouden ze ons moeten leren op school.
De toekomst staat voor de deur en is erop met veel kracht aan het bonzen. We moeten onszelf niet meer de vraag stellen: ‘Zouden we de deur opendoen?’, maar: ‘Wat kunnen we doen eenmaal de deur geopend is?’
Hoe groen wij de planeet houden is een taak die we met veel zorg moeten accepteren. We moeten accepteren dat een probleem reëel is, ook al zien we de gevolgen niet in onze eigen tuin. We moeten beslissingen nemen.
Met veel liefde en respect moeten wij onze aardbol in de armen nemen en fluisteren: ‘Alles komt goed nu, ik ben er om je te helpen. Sorry, dat ik zo lelijk tegen je heb gedaan.’
En deze keer moeten we die woorden ook menen.