Ouwe ingedoken wangen die me omringen.
Vissen, in zeeën, om maar iets te vangen.
Falende vallende wenkbrauwen.
Die geen diepe contacten kunnen behouwen.
In de verte aan het duiken,
Spiegel spier bruine getinte buiken.
Wit verdwaalde ogen.
Starend naar mijn borsten.
Ik weet niets maar vermoed alles.
Versta niets maar begrijp alles.
Hij kijkt naar mijn losgelijnde silhouet.
onze blikkengesprek vormt een stille duet.
Mijn gedachten een gebed naar meer.
Van die prachtige glimlachen die ik boetseer.