22 uur. Ze kwamen kijken of je er nog geen eind aan had gemaakt. Routine. Je zag het meisje met de lange haren naar je staren vanuit je ooghoeken, en als je niet oplette, kwam deze dichterbij, nam ze je over. Gelukkig had je jezelf getraind, opgeleid. Gelukkig had je jezelf aangeleerd dat wat je psyche zelf produceert, je eveneens zelf kan vernietigen. Je wist dat je manipulatieve geest even lachwekkend als het meisje in kwestie was, maar je mondhoeken gingen niet altijd mee. De angst voelde aan gelijk een spin die zich snel uit de voeten treedt, als het web wordt vernield. De wirwar aan uiteenvallende emotiedruppels, alsof je hart vloeibaar wordt, het uiteenspatten van gevoel, en je lichaam dat zodanig één wordt met de ruimte, is net wat je wilt mijden. Complotvorming over zij die je gevangenhouden is onvermijdelijk. Wanneer je je vuisten niet meer kunt ballen, en de kracht wegvloeit, blijft het sponzige over, de nutteloze materie. De essentie, de moedige wilskracht, het kernachtige vuur is dan dat wat je overeind dient te houden. Zolang de vlam brandt, kan het sudderen zijn gang gaan. Als het donker wordt, kan je wild naar adem happen, daar waar de lucht je ontnomen wordt, of je wentelen in haar assen, en leren zwemmen zonder vinnen, vliegen zonder vleugels en sterven zonder pijn. Als de brandstof op is, en de winkels der logica gesloten, volg dan het maanlicht. Zij zal je naar de zon leiden, op je lijdensweg der ziellozen, opdat het doelloze weer zin kan krijgen. Brand, mijn kind, het zal je goed doen.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.