Dennis rolt de steekwagen met zwarte plastiek stapelbakken en kartonnen dozen de winkelruimte met aan beide zijden een etalage in: ‘Voilà, dit is het laatste van de levering van de traiteur, Beppie!’
Hoge receptietafels met mooie minibloemstukjes staan tussen de winkelrekken en de toonbank verdeeld. ‘Zeg, veel volk op de gastenlijst. En niet de minste, zelfs de burgemeester komt af!’, roept hij naar de dame op het aluminium inklapbaar trapladdertje met twee treden. Hij zet de steekwagen neer en trekt zijn afgezakte joggingsbroek op tot boven zijn navel: ‘Oei, de rek van mijn broek is kapot’, en knoopt op goede hoop het elastisch koord in een schoenveterknoop.
De kokette kleine dame, gekleed in donkergroene kokerjurk met bijpassende zilveren pumps draait zich minutieus om, op de bovenste trede van het trapladdertje met het einde van een gouden slinger in haar rechterhand: ‘Ja, ons Trea mag trots zijn. De opening van haar eigen zaak. Een speciaalzaak in houten lepels. Dat bestaat in heel Vlaanderen nergens niet!’ Ze draait zich terug om, strekt zich volledig en probeert met een punaise de slinger vast te pinnen. Maar het lukt niet: ‘Lap hè, ik ben te kort’
Dennis grabbelt naar zijn leesbrilletje in de buidelzak van zijn grijze kaptrui, plooit de twee benen open en zet hem op zijn neus. Hij leest de bestelbon: ‘Beppie? Beppie! Kom eens! Dat zijn hier problemen! Dat klopt hier niet. De bestelling is niet compleet!’
‘Oei, bel de traiteur dan maar op! Binnen een halfuur begint dat hier. En u niet laten doen, hè! Die zelfstandigen met hun smoesjes altijd. Mijn gsm ligt daar, op die tafel. Gebruik die maar!’ Ze probeert nog een tweede keer en mompelt: ‘Komaan Beppie! Op 3, en dan volledig strekken. 1… 2… 3…!’ , strekt zich volledig en staat op de toppen van haar tenen. Maar het lukt niet. Ze zucht: ‘Lap hè, ik ben te klein’
Dennis duwt gefrustreerd de gsm uit: ‘Ik kan de traiteur niet bereiken. De helft van de levering is niet gebracht. Enkel de dozen en bakken met ‘vegan’ op zijn geleverd.’
Beppie geeft het op en laat de gouden slinger voor wat het is. De laatste dertig centimeter bengelt naar beneden, net tot boven de toonbank. Ze stapt statig van het trapladdertje: ‘Laat mij eens kijken!’ , en grijpt de bestelbon uit Dennis’ handen . Ze snuffelt controlerend in de dozen en bakken: ‘Ja, lap! En de drank is er ook al niet bij! En nu? Wat gaan we nu doen? Binnen een half uur staat ons Trea hier. Samen met de burgemeester en de rest van al het volk’
Dennis neemt zijn leesbril in zijn linkerhand en denkt na: ‘Hmmm… Worstkaasscenario eten we vegan, hè’ Hij haalt zijn schouders op. Ze trekt een bedenkelijk gezicht: ‘Hoe? Wat? Worst? Kaas?’
‘Awel, zo zeggen ze dat toch? Worstkaasscenario, in het allerslechtste geval, eten we vegan. Zo slecht kan dat toch niet zijn?’
‘Ah, ge zijt in het Engels bezig. Worstcasescenario! Ja, oké! Nu snap ik het. Hoe? Kunnen we dat wel maken? Zo, alleen maar vegan en dat zonder drank? Dan doe mij sowieso maar met extra mayonaise.’ Ze trekt een verontrustend gezicht: en volgens mij ben ik allergisch aan avocado’s. Doeme toch!